Strafrecht
Tbs maatregel
De afkorting tbs staat voor terbeschikkingstelling. Tbs is een strafrechtelijke maatregel voor mensen die een ernstig misdrijf hebben gepleegd.
Wanneer kan een tbs-maatregel opgelegd worden?
Tbs met dwangverpleging of tbs met voorwaarden worden door de strafrechter opgelegd. Voordat de strafrechter een tbs-maatregel op kan leggen, dient aan een aantal voorwaarden te zijn voldaan:
- Ten tijde van het begaan van het strafbare feit bestond een gebrekkige ontwikkeling of een ziekelijke stoornis van de geestvermogens;
- Het strafbare feit is een misdrijf waarop vier jaar gevangenisstraf is gesteld;
- De veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist het opleggen van de tbs-maatregel.
Een advocaat van Cleerdin & Hamer advocaten kan u bijstaan tijdens het proces. Zij zijn gespecialiseerd in strafrecht en hebben veel ervaring met tbs.
Advies van gedragsdeskundigen
De rechter moet zich laten adviseren door ten minste twee gedragskundigen bij het beantwoorden van de volgende vragen:
1) of er ten tijde van het misdrijf sprake was van een gebrekkige ontwikkeling of een ziekelijke stoornis van de geestvermogens; en
2) of (door de stoornis) gevaar voor herhaling bestaat.
Onderzoek door het Pieter Baan Centrum of ambulant onderzoek
Het onderzoek kan worden opgedragen aan het Pieter Baan Centrum (klinisch onderzoek). In het Pieter Baan Centrum wordt de persoon gedurende zeven weken onderzocht door een psychiater, een psycholoog, een maatschappelijk werker en de groepsleiding. Het onderzoek kan echter ook door een psychiater en een andere gedragskundige (meestal een psycholoog) worden verricht, terwijl de persoon in het huis van bewaring verblijft (ambulant onderzoek).
Weigeren meewerken onderzoek Pieter Baan Centrum
Als dit u overkomt, dan bent u niet verplicht mee te werken aan het onderzoek. Maar ook als u weigert mee te werken, kunt u worden opgenomen in het Pieter Baan Centrum. De gedragskundigen maken dan, voor zover mogelijk, een rapport op over de reden van uw weigering. Weigering mee te werken betekent overigens niet dat de rechter geen tbs-maatregel op kan leggen.
Uw advocaat kan u adviseren over dit onderzoek ten behoeve van de tbs-maatregel.
Toerekenbaarheid: geheel of gedeeltelijk?
Uiteindelijk beslist de rechter, onder andere op basis van de gedragskundige rapportage, of het feit geheel of gedeeltelijk aan u is toe te rekenen en welke straf of maatregel opgelegd dient te worden.
De rechter kan beslissen dat het feit niet aan u kan worden toegerekend vanwege de gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van uw geestvermogens. Dat wil zeggen dat de rechter op basis van de rapportage van de gedragskundige concludeert dat er tussen de stoornis van uw geestvermogens en het misdrijf een rechtstreeks verband heeft bestaan. U kunt dan niet verantwoordelijk worden gehouden voor het plegen van het feit.
Ontslag van alle rechtsvervolging
In dat geval zal de rechter u ‘ontslaan van alle rechtsvervolging’ en geen (gevangenis-) straf opleggen. De rechter kan wel bepalen dat u voor een jaar wordt opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis of dat u tbs krijgt opgelegd.
Het komt niet vaak voor dat het feit niet kan worden toegerekend. In de meeste gevallen is er volgens de gedragskundigen sprake van een gehele of gedeeltelijke toerekeningsvatbaarheid. Dat wil zeggen dat de stoornis van uw geestvermogens wel een rol heeft gespeeld bij het plegen van het misdrijf, maar dat de stoornis zeker geen allesbepalende rol had.
Geheel of gedeeltelijk toerekeningsvatbaarheid
Indien u geheel toerekenbaar wordt verklaard dan zal de rechter een straf opleggen.
Kan het plegen van het misdrijf u echter slechts voor een deel toegerekend worden dan kan de rechter kiezen uit drie mogelijkheden: alleen een (gevangenis-) straf, alleen een tbs-maatregel, of een combinatie van een (gevangenis-) straf en een tbs-maatregel.
De beslissing die de rechter uiteindelijk neemt, is afhankelijk van de mate van uw toerekenbaarheid en van het gevaar voor herhaling (recidive).
Tbs met en zonder dwangverpleging
De tbs-maatregel kent twee varianten:
1) tbs met bevel tot verpleging (tbs met dwangverpleging);
2) tbs met voorwaarden.
Tbs met dwangverpleging
1) Wanneer de rechter een tbs met bevel tot verpleging oplegt, wordt u overgebracht naar een gesloten tbs-kliniek.
Daar wordt u behandeld door een team van psychologen, psychiaters en sociale werkers.
De behandeling is erop gericht om uw stoornis onder controle te brengen, zodat die geen gevaar meer vormt voor de maatschappij.
Tbs met voorwaarden
2) Wanneer de rechter een tbs met voorwaarden oplegt, wordt u niet in een gesloten tbs-kliniek opgenomen. U moet zich dan wel aan de door de rechter gestelde voorwaarden houden.
De rechter kan bijvoorbeeld bevelen dat u zich laat behandelen in een regulier psychiatrisch ziekenhuis, of dat u naar huis mag onder voorwaarde dat u zich onder behandeling van een psychiater stelt, of dat u de voorgeschreven medicijnen regelmatig inneemt.
Houdt u zich niet aan de voorwaarden dan kan deze voorwaardelijke tbs op vordering van de officier van justitie worden omgezet in een tbs mét bevel tot verpleging en wordt u alsnog in een tbs-inrichting opgenomen.
Selectie inrichting
Elke tbs-kliniek heeft een eigen behandel-specialisme. U wordt in die inrichting geplaatst waar uw specifieke stoornis het beste kan worden behandeld. Om te bepalen in welk instituut u het beste op uw plaats bent, wordt u eerst een aantal weken geobserveerd en onderzocht in het F.S. Meijers Instituut in Utrecht, dat naderhand een advies uitbrengt. De Minister van Justitie neemt uiteindelijk de beslissing in welke inrichting u wordt geplaatst.
Bewegingsvrijheid in de tbs-kliniek
Afhankelijk van het behandelklimaat wordt uw bewegingsvrijheid binnen de tbs-inrichting bepaald. Zo kan het voor sommige terbeschikkinggestelden binnen hun behandeling passen dat zij vrij door de inrichting kunnen lopen en daar in een ongedwongen situatie anderen tegenkomen. Maar afhankelijk van hun stoornis, kan de bewegingsvrijheid van andere terbeschikkinggestelden juist tot hun eigen afdeling worden beperkt.
Huisregels tbs-inrichtingen
Alle tbs-inrichtingen hebben hun eigen huisregels, waarin onder andere praktische zaken zoals bezoektijden, zijn geregeld. Iedere terbeschikkinggestelde heeft het recht zich te beklagen over bepaalde maatregelen en beperkingen. Terbeschikkinggestelden krijgen een behandeling die is afgestemd op hun stoornis en persoonlijkheid. De terbeschikkinggestelde en het behandelteam maken samen afspraken, waarover de terbeschikkinggestelde zijn mening mag geven.
Integreren in de maatschappij
Een behandeling duurt al gauw vijf jaar. Gedurende die tijd zijn de activiteiten in de inrichting erop gericht de terbeschikkinggestelde te laten integreren in de maatschappij, door middel van therapie maar ook door het dagelijks onderhouden van contact met de begeleiders en de groepsgenoten. Terbeschikkinggestelden worden niet van de ene op de andere dag weer in de maatschappij geplaatst. Dat gaat geleidelijk, door hen steeds uitgebreider verlof te verlenen.
Duur tbs-maatregel
Ter beschikking gestelden worden niet van de ene dag op de andere weer in de maatschappij geplaatst. Dat gaat geleidelijk, door hen steeds uitgebreider verlof te verlenen.
Tbs-maatregel aanvankelijk twee jaar
De duur van de tbs-maatregel wordt aanvankelijk voor twee jaar opgelegd. Daarna beoordeelt de rechter of de tbs-maatregel verlengd moet worden. Dat kan tweemaal met één jaar of telkens met twee jaar gebeuren.
Terbeschikkinggestelden kunnen binnen twee weken tegen de verlengingsbeslissing in beroep gaan tegen de duur van de tbs-maatregel bij de penitentiaire kamer van het gerechtshof Arnhem.
Duur tbs-maatregel kan eindigen indien:
- de officier van justitie geen verlenging vordert;
- de rechtbank de verlengingsvordering van de officier van justitie afwijst.
De rechter kan de verpleging bovendien voorwaardelijk beëindigen. De terbeschikkinggestelde mag dan in de maatschappij terugkeren als hij zich aan bepaalde voorwaarden houdt, bijvoorbeeld het voeren van therapeutische gesprekken of het geregeld innemen van medicijnen.