Golf element goud | Cleerdin & Hamer

Financieel economisch
strafrecht

Strafrechtelijke aansprakelijkheid van leidinggevenden

Leidinggevenden als bestuurders van ondernemingen riskeren niet alleen strafrechtelijke vervolging voor strafbare feiten gepleegd door de onderneming, maar ook gepleegd door werknemers. Een voorwaarde voor deze strafrechtelijke aansprakelijkheid van leidinggevenden is dat de onderneming een strafbaar feit heeft begaan. Van strafbaar feitelijk leidinggeven kan in dat geval sprake zijn indien:

1) de leidinggevende maatregelen ter voorkoming van de strafbare gedraging achterwege laat. Hoewel hij tot het treffen van die maatregelen bevoegd en redelijkerwijs gehouden is en

2) hij bewust de aanmerkelijke kans aanvaardt dat de strafbare gedraging zich zal voordoen, zodat de leidinggevende deze gedraging opzettelijk bevordert.

Witwassen - Strafrechtelijke aansprakelijkheid van leidinggevenden | Cleerdin & Hamer Advocaten

Strafrechtelijke aansprakelijkheid

Ten aanzien van (1) het achterwege laten van maatregelen, geldt dat feitelijke bemoeienis van de leidinggevende niet is vereist. Het doen van een suggestie die tot de strafbare gedraging leidt, kan al voldoende zijn voor strafbaar leiding geven. Een bevoegdheid tot ingrijpen bestaat indien de leidinggevende feitelijk zeggenschap heeft over een gedraging die de onderneming wordt geacht te hebben verricht. Deze zeggenschap berust veelal bij bestuurders, commissarissen, afdelingshoofden of managers.

Wie is strafrechtelijk aansprakelijk

Naast de bevoegdheid is ook vereist dat de leidinggevende hiertoe redelijkerwijs gehouden was. Indien bijvoorbeeld een directielid wel de bevoegdheid heeft in te grijpen, maar op grond van de bestaande taakverdeling een ander directielid de eerst aangewezene is dat te doen, en het directielid later geen signalen krijgt dat de verboden gedragingen zich nog steeds voordoen, is hij redelijkerwijs niet gehouden op te treden.

Was men op de hoogte

Ten aanzien van (2) het vereiste opzet geldt dat dit gericht moet zijn op de strafbare gedraging en de omstandigheden die de gedraging strafbaar maken. Essentieel is dat de leidinggevende niet kan worden veroordeeld indien hij werkelijk van niets wist.