Financieel economisch
strafrecht
Strafbeschikking of transactie
De officier van justitie heeft sinds een aantal jaren uitgebreidere mogelijkheden geconstateerde wetsovertredingen zelf af te doen buiten de rechter om. De buitengerechtelijke afdoening bestaat op dit moment nog in twee vormen, te weten in de transactie en de strafbeschikking. Deze modaliteiten zijn tot op zekere hoogte complementair, omdat door de wetgever is bepaald dat de strafbeschikking gefaseerd wordt ingevoerd (met steeds een aanvulling van de strafbare feiten waarvoor die kan worden uitgevaardigd) met als uiteindelijke doel de vervanging van de transactie. Toch is het mogelijk dat voor een bepaald strafbaar feit alsnog een keuze gemaakt mag worden tussen de transactie en de strafbeschikking, bijvoorbeeld bij het bestaan van contra-indicaties tegen de strafbeschikking of omdat met een strafbeschikking anders dan bij een transactie nog niet alle sancties kunnen worden opgelegd waarin de wet voorziet.
Aanvaarden van een transactie
De aard en consequenties van de strafbeschikking verschillen aanzienlijk van die van de transactie. Het aanvaarden van een transactie komt feitelijk neer op het afkopen of afwenden van een strafrechtelijke vervolging. Er is dan geen vaststelling van schuld door de strafrechter, waardoor als het ware nooit komt vast te staan dat de verdachte daadwerkelijk het strafbare feit heeft gepleegd. Indien de verdachte het transactieaanbod afwijst, dient het Openbaar Ministerie actie te ondernemen om de zaak alsnog voor de rechter te krijgen. Het direct betalen van een transactie betekent dat het feit onherroepelijk is afgedaan en dat geen rechtsmiddel meer kan worden ingesteld. Het uitvaardigen van een strafbeschikking is daarentegen wel een daad van vervolging. De straf in de beschikking behoeft in beginsel geen aanvaarding, die wordt gewoonweg opgelegd, met dien verstande dat ten aanzien van enkele sancties afhankelijk van aard en hoogte een plicht tot horen van de verdachte geldt (art. 257c Sv). De officier van justitie stelt met de strafbeschikking de schuld van de verdachte vast.