Financieel economisch
strafrecht
De onderneming als pleger van een strafbaar feit
Indien sprake is van strafbare gedragingen binnen de sfeer van een onderneming kan de onderneming door het Openbaar Ministerie worden vervolgd. De onderneming wordt dan gezien als pleger van een strafbaar feit. In dit verband valt te denken aan strafbare feiten als omkoping en valsheid in geschrift. Maar ook aan overtreding van milieuwetgeving of van fiscale regelingen.
Onderneming verdachte van strafbaar feit
Het Openbaar Ministerie maakt dankbaar gebruik van de mogelijkheid ondernemingen aan te merken als verdachte van strafbare feiten. Dat heeft niet altijd een beoordeling van de strafzaak door een rechter tot gevolg. Zowel het Openbaar Ministerie als de betrokken ondernemingen hebben vaak belang bij een schikking (transactie) buiten de rechter om. In dat geval wordt verdere vervolging voorkomen. De afgelopen jaren hebben vele transacties met ondernemingen het nieuws gehaald. Het ging dan ook niet om geringe bedragen. Zo betaalde SBM Offshore N.V. wegens een verdenking van omkoping een recordbedrag aan het Openbaar Ministerie van in totaal US$ 240.000.000.
Strafrechtelijk onderzoek bedrijven
Het Openbaar Ministerie richt al lang niet meer zijn pijlen uitsluitend op de grote multinationals. Ook het midden- en kleinbedrijf (MKB) is in toenemende mate onderwerp van strafrechtelijk onderzoek. Zo hebben bijvoorbeeld in de ‘Klimop’-zaak (ofwel de Vastgoedfraude-zaak) ook veel kleine en middelgrote (vastgoed)ondernemingen strafrechtelijke vervolging afgekocht. Dit toont aan dat in dergelijke zaken veelal de mogelijkheid bestaat – al dan niet in samenspraak met een advocaat – met het Openbaar Ministerie te onderhandelen over een buitengerechtelijke afdoening.
Strafrechtelijke vervolging onderneming
Wanneer loopt een onderneming risico op strafrechtelijke vervolging? Ondernemingen kunnen als pleger van een strafbaar feit worden aangemerkt indien de strafrechtelijke gedraging in redelijkheid aan de onderneming kan worden toegerekend. Een belangrijk uitgangspunt daarbij is of de gedraging heeft plaatsgevonden ‘in de sfeer van de rechtspersoon’.
De criteria voor strafrechtelijke aansprakelijkheid van de onderneming impliceren enige mate van risicoaansprakelijkheid. Die de onderneming kan weerleggen met het (onderbouwde) verweer dat zij wel de zorg heeft betracht die in redelijkheid van haar kon worden gevergd, met het oog op de voorkoming van de strafbare gedraging.
De onderneming als pleger van een strafbaar feit
Indien een onderneming door de rechter schuldig wordt bevonden aan een strafbaar feit, volgt vrijwel altijd een (aanzienlijke) geldboete. Indien de maximale geldboetecategorie in voorkomende gevallen geen passende bestraffing toelaat, kan de rechter sinds 1 januari 2015 een geldboete opleggen tot ten hoogste 10% van de jaaromzet van de rechtspersoon. Maatregelen als het stilleggen van de onderneming behoren ook tot de mogelijkheden.
Strafrechtelijk verwijt onderneming
Gelet op de complexiteit van de beoordeling of een onderneming een strafrechtelijk verwijt kan worden gemaakt, in combinatie met onder meer de vergaande consequenties van een transactie of een strafrechtelijke veroordeling, is het van belang dat in een vroegtijdig stadium een advocaat wordt gepleegd. Wij denken graag met u mee over vraagstukken dienaangaande.