Onderhuur

Het is een huurder vaak niet toegestaan om het gehuurde geheel of gedeeltelijk in onderhuur te geven of in gebruik te geven aan een derde. De verhuurder moet hiervoor toestemming geven. Dit onderhuurverbod is in de meeste huurovereenkomsten alsook in de toepasselijke algemene bepalingen opgenomen. Een onderhuurder van een bedrijfspand kan door de verhuurder worden uitgezet wanneer de huurovereenkomst met de hoofdhuurder wordt beëindigd. Voor een huurwoning gelden andere regels. Ook als de verhuurder de overeenkomst opzegt, geniet een onderhuurder in bepaalde gevallen  bescherming. Zeker wanneer de woning diens hoofdverblijf is. En wat dan?

Wanneer de verhuurder onderhuur constateert in een huurwoning, dan wel vaststelt dat de huurder het gehuurde zonder toestemming aan een derde in gebruik heeft gegeven, kan hij doorgaans het huurcontract met de hoofdhuurder ontbinden wegens wanprestatie. Let wel dat een enkele keer onderverhuren voor korte duur niet altijd ernstig genoeg is om ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. Dit is altijd afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Laat u daarom altijd goed adviseren.

Het kan zijn dat de verhuurder met de onderhuurder een volwaardig hoofdhuurcontract wil aangaan of juist niet. Indien hij dat niet wil, dient de verhuurder binnen zes maanden een procedure te starten.

Let wel, het is niet altijd gemakkelijk om vast te stellen wanneer er sprake is van het onrechtmatig in gebruik geven van het gehuurde aan een derde. Een familielid mag bijvoorbeeld wel komen logeren. Waar het omslagpunt tussen logeren en onrechtmatige ingebruikgeving of onderhuur ligt, is niet altijd gemakkelijk te bepalen.