Arbeidsrecht
De transitievergoeding
Sinds de invoering van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) in 2015 hebben werknemers recht op een wettelijke vergoeding bij de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst, de zogenoemde “transitievergoeding”. Een werknemer heeft onder meer recht op de transitievergoeding indien zijn contract niet wordt verlengd, zijn contract wordt beëindigd vanwege bedrijfseconomische redenen of vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid of bij een ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter. Er bestaat geen recht op een transitievergoeding als de werknemer zelf de arbeidsovereenkomst opzegt of als de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.
Met de invoering van de WAB per 1 januari 2020 hebben werknemers vanaf dag 1 van het dienstverband recht op een transitievergoeding. De opbouw bedraagt voor alle werknemers – ongeacht leeftijd of duur dienstverband – 1/3e maandsalaris per dienstjaar. Het maandsalaris omvat het vaste bruto maandsalaris, inclusief vakantiegeld, dertiende maand, bonussen en andere vaste looncomponenten. Er geldt wel een maximumbedrag voor het bruto jaarsalaris dat wordt meegerekend, dit bedrag wordt jaarlijks aangepast.