Bestuursrecht
Toestemming korpschef beveiligingspas
Weigering of intrekking van de beveiligingspas
In de meeste gevallen verlangd een werkgever van u een zogenoemde Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Wanneer u echter voor een particuliere beveiligingsorganisatie of recherchebureau aan de slag gaat, moet u gescreend worden door de korpschef van de politie. Deze moet toestemming verlenen aan u om voor de aanvragende beveiligingsorganisatie beveiligingswerkzaamheden te mogen verrichten. Een particuliere beveiligingsorganisatie of recherchebureau mag namelijk geen mensen te werk stellen zonder toestemming van de korpschef. Deze toestemming is overigens vereist voor al het personeel van een beveiligingsorganisatie of recherchebureau en dus niet uitsluitend voor het personeel dat daadwerkelijk de beveiligings- of recherchewerkzaamheden gaat verrichten.
Als de toestemming wordt verleend, dan mag u voor maximaal drie jaar beveiligings- en/of recherchewerkzaamheden verrichten. U ontvangt dan een speciaal legitimatiebewijs, de zogenoemde beveiligingspas. Dit legitimatiebewijs is geldig voor de duur van de verleende toestemming.
Screening door de korpschef
De toestemming wordt niet verleend indien de betreffende persoon niet beschikt over de bekwaamheid en betrouwbaarheid die nodig zijn voor het te verrichten werk.
De reeds verleende toestemming kan ook worden ingetrokken indien zich omstandigheden voordoen of feiten bekend worden op grond waarvan de toestemming niet zou zijn verleend, indien zij zich hadden voorgedaan of bekend waren geweest op het tijdstip waarop de toestemming werd verleend. In dit geval zal de beveiligingspas worden ingetrokken en moet de werknemer direct ontslagen worden.
Criteria
De korpschef toetst uw betrouwbaarheid en bekwaamheid aan de hand van criteria die zijn vormgegeven in de Beleidsregels particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus 2019. Hierin staat dat de toestemming moet worden geweigerd als sprake is van:
a) veroordelingen en andere rechterlijke uitspraken;
b) andere omtrent de aanvrager bekende feiten.
Ad a) Veroordelingen en andere rechterlijke uitspraken
In de praktijk betekent dit dat u op het moment van de aanvraag niet binnen acht jaar voorafgaand aan het moment van toetsing mag zijn veroordeeld voor een misdrijf waarbij een gevangenisstraf is opgelegd of binnen vier jaar voorafgaand aan het moment van toetsing bent veroordeeld wegens het plegen van een misdrijf waarbij een geldboete of taakstraf is opgelegd.
Met andere rechterlijke uitspraken en veroordeling wordt gedoeld op rechterlijke uitspraken die niet tot een veroordeling hebben geleid, bijvoorbeeld omdat u bent vrijgesproken wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Ondanks dat een vrijspraak in beginsel minder snel aanknopingspunten biedt om toestemming te weigeren, kan de korpschef in bepaalde gevallen ook na een vrijspraak reden hebben om iemand niet betrouwbaar te achten. Er worden dan wel extra zware eisen gesteld aan de motivering van de weigering van de toestemming.
Ad b) andere omtrent de aanvrager bekende feiten
Daarnaast kan de korpschef toestemming weigeren wanneer op grond van andere bekende en relevante feiten kan worden aangenomen dat u onvoldoende betrouwbaar bent om voor een beveiligingsorganisatie of recherchebureau werkzaamheden te verrichten of onvoldoende betrouwbaar wordt geacht om de belangen van de veiligheidszorg of de goede naam van de bedrijfstak niet te schaden.
Dit zal met name -maar niet uitsluitend- het geval zijn wanneer iemand er blijk van heeft gegeven rechtsregels naast zich neer te leggen waarvan de overtreding kan worden beschouwd als een tamelijk ernstige aantasting van de rechtsorde.
Zo kunnen tegen iemand opgemaakte processen-verbaal of (dag/mutatie)rapporten ertoe leiden dat iemand onvoldoende betrouwbaar of geschikt wordt geacht om voor een beveiligingsorganisatie of een recherchebureau te werken. Uiteraard is daarbij van belang dat tegen betrokkene nog altijd een serieuze verdenking (of bedenking) bestaat.
Een geseponeerde zaak kan ook een rol spelen bij de beoordeling van de betrouwbaarheid. De aard van het sepot is daarbij wel van belang. Zo zal een technisch sepot (bijvoorbeeld wegens gebrek aan bewijs) bij de beoordeling naar de betrouwbaarheid een minder grote rol spelen dan een beleidssepot. Voor de terugkijktermijn wordt als uitgangspunt genomen de datum waarop het OM beslist heeft de zaak te seponeren.
Tot slot kan er aanleiding bestaan om u onvoldoende betrouwbaar te achten, wanneer er aanwijzingen bestaan dat u verkeert in kringen waarbinnen (dreiging met) geweld niet wordt geschuwd, dan wel indicaties bestaan voor betrokkenheid bij enige vorm van afpersing, drugshandel of andere zware (georganiseerde) criminaliteit. Een dergelijk vermoeden moet wel recent en objectief bepaalbaar zijn op grond van onderliggende politiegegevens. Ook moet u in de gelegenheid worden gesteld zich tegen deze vermoedens te verweren.
Onbetrouwbaar?
Bent u volgens de korpschef onbetrouwbaar geacht en heeft u geen toestemming gekregen? Of is uw beveiligingspas ingetrokken? In dat geval is het mogelijk om bezwaar te maken tegen deze beslissing van de korpschef. Een van onze bestuursrechtadvocaten bespreekt graag met u de mogelijkheden.
Relevante regelgeving:
https://wetten.overheid.nl/BWBR0008973/2013-07-04
https://wetten.overheid.nl/BWBR0010256/2022-04-01
https://wetten.overheid.nl/BWBR0010256/2022-04-01