Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk: forse ontnemingsvordering van tafel | Cleerdin & Hamer Advocaten

Wat is overlevering?

8 november 2019

Artikel 1 onder a van de Overleveringswet luidt als volgt: “Overlevering is de terbeschikkingstelling van een persoon door de justitiële autoriteiten van de ene lidstaat aan de justitiële autoriteiten van een andere lidstaat van de Europese Unie ten behoeve van hetzij een in die andere lidstaat tegen hem gericht strafrechtelijk onderzoek, hetzij de tenuitvoerlegging van een hem opgelegde vrijheidsbenemende straf of maatregel.” Aan deze hoofdregel kan worden toegevoegd: tenzij een van de weigeringsgronden uit de overleveringswet van toepassing is.

Geen ‘safe haven’

Door tussen de lidstaten van de Europese Unie gemaakte afspraken kent de overleveringswet slechts een beperkt aantal weigeringsgronden. De gedachte die hieraan ten grondslag ligt is dat geen enkele lidstaat mag gelden als ‘safe haven’ voor veroordeelden of verdachten in een strafzaak. Met andere woorden: straffeloosheid moet worden voorkomen door ervoor zorg te dragen dat iedere lidstaat in de gelegenheid dient te worden gesteld verdachten te vervolgen en de aan veroordeelden opgelegde straffen te executeren (hierna: opgeëiste persoon). Naast het voorkomen van straffeloosheid wordt ook aandacht besteed aan re-integratie van de veroordeelde. Om die reden is de volgende weigeringsgrond in het leven geroepen.

Weigeringsgrond van artikel 6 Overleveringswet – Overlevering van een Nederlander
Een van de weigeringsgronden die in artikel 6 van de Overleveringswet is opgenomen ziet op personen met de Nederlandse nationaliteit. In dit wetsartikel staat onder meer beschreven dat de overlevering van personen met de Nederlandse nationaliteit voor zijn of haar vervolging in de andere lidstaat in beginsel kan worden toegestaan, mits de andere lidstaat een zogenoemde ‘terugkeergarantie’ verstrekt. Overlevering van Nederlanders voor de executie van een opgelegde straf wordt geweigerd. Nederland moet zich vervolgens wel bereid verklaren de opgelegde straf over te nemen, zodat de veroordeelde niet straffeloos blijft.

Gelijkstellingsverweer ex art. 6 lid 5 Olw

Deze weigeringsgrond kan – onder strikte voorwaarden – ook van toepassing zijn op mensen die niet de Nederlandse nationaliteit bezitten, maar wel al zodanig lang in Nederland wonen en werken dat zij gelijk gesteld kunnen worden aan een Nederlander. De gedachte achter deze mogelijke gelijkstelling is dat personen die al een aanzienlijke tijd in Nederland wonen en of werken en hier hun volledige leven hebben opgebouwd ook in Nederland moeten kunnen re-integreren als zij weer vrij komen.

Deze strike voorwaarden houden (zeer algemeen geformuleerd) in dat: (1.) deze persoon een Nederlandse verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd heeft (vergunningsvereiste), (2.) Nederland deze persoon moet kunnen vervolgen voor de feiten die aan het Europees Aanhoudingsbevel ten grondslag liggen (rechtsmachtsvereiste) en (3.) ten aanzien van deze persoon de verwachting moet bestaan dat deze persoon niet zijn verblijfsrecht in Nederland verliest als gevolg van een eventueel na de overlevering opgelegde straf (verblijfsvereiste).

Vergunningseis

Een belangrijke indicatie voor het al dan niet voeren van een gelijkstellingsverweer is de duur die de opgeëiste persoon in Nederland woont. Uit een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie(1.) volgt namelijk dat artikel 6 lid 5 OLW zo moet worden gelezen, dat ten aanzien van onderdanen van andere lidstaten van de Europese Unie, “in plaats van (…) het vereiste van een bezit van een formele vergunning tot verblijf voor onbepaalde tijd, als criterium gelden de materiële voorwaarden om voor een dergelijke vergunning in aanmerking te komen. Uitzonderingen daargelaten is de belangrijkste materiële voorwaarde een ononderbroken rechtmatig verblijf in Nederland van tenminste vijf jaren (…)”.

Met andere woorden: de weigeringsgrond kan slechts van toepassing zijn als de opgeëiste persoon (1.) minstens vijf jaren in Nederland woont en dit verblijf (2.) ononderbroken én rechtmatig is geweest. Er is aan de vijfjaarseis voldaan, indien de opgeëiste persoon tot aan de dag van de uitspraak door de overleveringsrechter minimaal vijf jaren ononderbroken in Nederland een rechtmatig verblijf heeft gehad.

Bewijs

Dat iemand gedurende vijf jaren ononderbroken en rechtmatig in Nederland heeft verbleven moet worden bewezen door de opgeëiste persoon. In de praktijk houdt dat in dat de opgeëiste persoon documenten en stukken moet gaan verzamelen, waaruit blijkt dat hij inderdaad al die tijd rechtmatig in Nederland heeft verbleven.

Bij dit soort (gelijkstellings-)stukken moet worden gedacht aan onder andere arbeidscontracten, loonstroken, bewijs van zorgverzekering, huur/koopcontracten van een woning en bankrekeningafschriften. Deze stukken worden vervolgens – ruim voorafgaand aan de zitting – door de advocaat ingediend bij de rechtbank en het openbaar ministerie. Tijdens het pleidooi van de advocaat zal door de advocaat een toelichting worden gegeven wat precies kan worden afgeleid uit de ingediende stukken en zullen ook de overige vereisten voor gelijkstelling worden besproken.

Praktijk

De gang van zaken, zoals hierboven omschreven, is zeer algemeen geformuleerd. Op de zojuist omschreven eisen voor gelijkstelling kunnen uitzonderingen bestaan. De jurisprudentie is steeds weer onderhavig aan veranderingen. Het is om die reden altijd verstandig u te laten voorlichting door een specialist op het gebied van het overleveringsrecht. Een voorbeeld van de veranderingen in het overleveringsrecht heeft betrekking op de overleveringsrelatie met Polen. Over deze relatie zijn er in de afgelopen jaren tot twee keer toe prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie EU. Deze vragen gingen over de manier waarop er door Nederland dient te worden omgegaan met personen met een Poolse nationaliteit die gelijkgesteld zijn aan een Nederlander.

Wat kunnen onze advocaten voor u betekenen?

Indien uw overlevering wordt gevraagd door een andere lidstaat van de Europese Unie, is het raadzaam een advocaat te raadplegen. Wilt u weten wat uw mogelijkheden en/of kansen zijn? Hoe de procedure er precies uitziet? Neem dan vrijblijvend contact met ons op. Onze specialisten op het gebied van Internationaal strafrecht kunnen u een reëel beeld geven van uw mogelijkheden en u daarbij ondersteunen als u dat wenst.

Recente berichten