Hof van Justitie EU gaat zich uitspreken over verhouding Nederlandse Overleveringswet en WETS
30 januari 2025
Door: Sarah Linck & Robert Malewicz
Op woensdag 15 januari vertegenwoordigden mr. Sarah Linck en mr. Robert Malewicz hun cliënt tijdens de mondelinge behandeling van zijn zaak bij het Hof van Justitie voor de EU in Luxemburg.
De procedure bij het Hof van Justitie was geïnitieerd door de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van een Overleveringsprocedure die volgde op een Europees Arrestatiebevel (EAB) uit Polen. In die overleveringsprocedure stelde de rechtbank Amsterdam zogenaamde prejudiciële vragen aan het EU-Hof omtrent de juiste toepassing van het Unierecht. De vragen werden gesteld naar aanleiding van het verweer van mr Linck tijdens de zitting bij de rechtbank in Amsterdam. Dat verweer kwam er kort gezegd op neer dat de Nederlandse wetgeving die overleveringen en strafovernames binnen de Europese Unie mogelijk maakt, welke wetgeving is gebaseerd op voor alle landen geldend Unierecht, niet in overeenstemming was met dat Unierecht. Het ging daarbij dus om de verhouding tussen de Nederlandse Overleveringswet en de WETS.
De enige rechterlijke autoriteit die mag beslissen over de juiste toepassing van Unierecht, betreft het Hof van Justitie voor de EU in Luxemburg. Dit Hof geeft uitleg over deze toepassing naar aanleiding van vragen die de nationale rechters hierover stellen. Na meerdere zittingen bij de Internationale Rechtshulpkamer (IRK) van de rechtbank Amsterdam, waarin mr Linck het standpunt van de verdediging nader kon toelichten, heeft de rechtbank Amsterdam drie vragen aan het Hof van Justitie voorgelegd. Hiervan werden er uiteindelijk twee ingetrokken in verband met een doorgevoerde wetswijziging in de Overleveringswet en de WETS. De uitspraak waarin de vragen worden vermeld vindt u hier.
De vraag die overbleef komt er kort gezegd op neer of Nederland verplicht is om een buitenlandse straf die is opgelegd voor een feit dat niet strafbaar is naar Nederlands recht ook over te nemen indien de persoon die is veroordeeld eerst door Nederland is overgeleverd onder de garantie dat hij zijn straf in Nederland zou mogen uitzitten.
Eerst zal de Advocaat-Generaal van het Hof in april 2025 een conclusie aangaande de beantwoording van de vragen nemen. Hierna zal de uitspraak volgen. Wij kijken hier naar uit en houden u op de hoogte!
Mocht u bijstand of advies nodig hebben aangaande een overleveringsprocedure, een uitleveringsprocedure of een strafovername (WETS/ WOTS), neem dan contact op met mr Linck of mr Malewicz of met één van onze andere collega’s van de Internationale sectie van Cleerdin & Hamer. Wij staan u graag te woord.