Modern ouderschap
Meerouderschap en meeroudergezag
Het Nederlandse afstammingsrecht is van oudsher gebaseerd op het huwelijk tussen man en vrouw. De veranderende maatschappij en medische ontwikkelingen hebben de afgelopen decennia echter geleid tot een toename van het aantal soorten gezinnen, waardoor het traditionele gezin minder ‘standaard’ is geworden. Tegenwoordig groeien steeds meer kinderen op in nieuwe gezinsvormen en hebben meer dan twee ouders die voor hen zorgen. Gedacht kan worden aan kinderen die opgroeien bij ongehuwde ouders, bij een (bewust) alleenstaande ouder, bij paren van gelijk geslacht (‘roze’ ouders of regenboogouders), of bij zowel juridische als sociale ouders, bijvoorbeeld in een samengesteld gezin of in een gezin met meer dan twee verzorgende ouders, een zogenaamd ‘meeroudergezin’.
Het familierecht heeft de hiervoor geschetste veranderingen deels gevolgd, maar voor bijvoorbeeld meerouderschap en meeroudergezag biedt het huidige recht vooralsnog geen kader. In Nederland kan een kind maximaal twee juridische ouders hebben en kunnen maximaal twee personen het gezag over het kind uitoefenen. Dat kan bijzondere problemen geven. Wie bewust kiest voor zo’n gezinsvorm doet er goed aan om afspraken op papier te zetten.
Staatscommissie Herijking Ouderschap
Op 7 december 2016 bracht de Staatscommissie Herijking ouderschap (de ‘Staatscommissie’) haar rapport ‘Kind en ouders in de 21ste eeuw’ (het ‘Rapport’) uit. De opdracht aan de Staatscommissie was de regering te adviseren over de wenselijkheid van wijziging van bestaande regelgeving die betrekking heeft op het ontstaan van juridisch ouderschap en de invoering van een wettelijke regeling voor meerouderschap, meeroudergezag en draagmoederschap. In haar Rapport heeft de Staatscommissie onder meer aanbevelingen gedaan tot vernieuwing van het afstammings- en het gezagsrecht, waardoor meerouderschap, meeroudergezag en draagmoederschap wettelijk geregeld zou worden. Het voorstel van de Staatscommissie met betrekking tot meerouderschap komt erop neer dat het wettelijk mogelijk wordt dat een kind maximaal vier juridische ouders heeft met gezag, verdeeld over maximaal twee huishoudens.
Aanbeveling Staatscommissie meerouderschap
De Staatscommissie stelt in haar aanbeveling met betrekking tot meerouderschap een aantal eisen waaraan aspirant-meerouders moeten voldoen om op het moment van de geboorte van hun kind met meer dan twee personen juridisch ouder te worden van dit kind.
Ten eerste moeten alle betrokkenen de gezamenlijke intentie hebben om het juridisch meerouderschap met elkaar op zich te nemen, wat moet blijken uit een meerouderschapsovereenkomst. In de meerouderschapsovereenkomst moeten in ieder geval afspraken worden opgenomen over de verdeling van de verzorgings- en opvoedingstaken, de hoofdverblijfplaats van het kind, de geslachtsnaam die het kind zal krijgen, de wijze waarop het kind zal worden geïnformeerd over zijn ontstaansgeschiedenis, de verdeling van de kosten van de verzorging en opvoeding van het kind, een informatie- en consultatieregeling en een evaluatie- en wijzigingsregeling.
De regeling is toegankelijk voor maximaal vier personen, die maximaal twee huishoudens vormen. Verder is de regeling uitsluitend toegankelijk voor de personen met wie het kind een genetische band zal hebben, met de geboortemoeder en met de levensgezellen van deze personen.
De Staatscommissie adviseert om de wetgeving ten aanzien van juridisch meerouderschap zodanig vorm te geven dat betrokkenen die een juridisch meerouderschap wensen, hierover vóór de conceptie goed moeten nadenken en hierover afspraken met elkaar moeten maken. Is het kind reeds verwekt, dan moeten de aspirant-meerouders de aanvaarding van het ouderschap in elk geval vóór de geboorte van het kind regelen.
De Staatscommissie adviseert ‘met het oog op de complexiteit van de opvoedingssituatie’ om een rechterlijke beslissing verplicht te stellen voor het bereiken van juridisch meerouderschap. Na goedkeuring door de rechter moet de meerouderschapsovereenkomst worden geregistreerd bij het ‘register ontstaansgeschiedenis’ (ROG). Vervolgens kunnen de aspirant-meerouders zich wenden tot de ambtenaar van de burgerlijke stand om akten van aanvaarding van het ouderschap op te laten maken. Zij moeten de inschrijving van de meerouderschapsovereenkomst in het ROG daarbij als bewijs overleggen. Als de rechter de meerouderschapsovereenkomst heeft goedgekeurd en de aspirant-meerouders de akten van aanvaarding van het ouderschap hebben laten opmaken bij de burgerlijke stand, ontstaat het juridisch ouderschap op het tijdstip van de geboorte van het kind. Het meeroudergezag ontstaat op datzelfde moment.
Om zeker te stellen dat de meerouderschapsovereenkomst door de rechter ‘vol’ wordt getoetst, adviseert de Staatscommissie om voor het toekomstige kind een bijzondere curator te benoemen, aansluitend bij de huidige regeling van art. 1:212 BW.
Het juridisch meerouderschap en de juridische vormgeving mogen niet in strijd komen met de belangen en de rechten van het (toekomstige) kind. De formulering van de regeling van de Staatscommissie voorziet er daarom in dat de rechter daadwerkelijk toetst of het belang van het kind zich niet tegen toestemming verzet.
Standpunt kabinet
Sinds 2016 wordt er in Den Haag gesteggeld over het wetsvoorstel van de Staatscommissie. Inmiddels lijkt het besluit over een meerouderschapswet echter in een stoomversnelling te zijn gekomen. Kamerleden Lisa van Ginneken (D66) en Ulysse Ellian (VVD) hebben in juni 2022 een motie ingediend waarin ze het kabinet hebben verzocht om vaart te maken met de voorbereiding van een wet. De Argumentenfabriek in Amsterdam heeft opdracht gekregen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid – in samenwerking met ministeries van Financiën, VWS en OCW – om een wetswijziging voor te bereiden. De Argumentenfabriek heeft hiertoe focusgroepen georganiseerd van ouders, kinderen en organisaties die de problemen, waarden en wensen in kaart hebben gebracht. Met veel plezier hebben Glenda Raap en Floor Rost Onnes van ons kantoor aan deze focusgroepen deelgenomen.
Conclusie
Voorlopig is er echter nog geen wettelijke regeling voor gezinnen waarin een kind meer dan twee ouders heeft. Dat betekent dat deze ouders afspraken over hun kind(eren) onderling moeten maken. Het is goed die afspraken vast te leggen in een (meer)ouderschapsovereenkomst of (meer)ouderschapsplan. Een goede vastlegging is belangrijk, want net als bij andere gezinnen weet je niet wat de toekomst brengt. Een ding weet je wel: jullie zullen als ouders nog heel wat beslissingen samen moeten gaan nemen over je opgroeiende kind. Beslissingen waar je niet altijd hetzelfde over denkt. Wij kunnen jullie begeleiden bij het opstellen van zo’n (meer)ouderschapsovereenkomst of –plan. Deskundige begeleiding kan jullie helpen om in kaart te brengen waarover het verstandig is om afspraken te maken en wat de juridische gevolgen zijn van de keuzes die daarbij mogelijk zijn.