Bank is verplicht klantrelatie met coffeeshopeigenaar te herstellen en zakelijke rekening aan te bieden | Cleerdin & Hamer.jpg

Bank is verplicht klantrelatie met coffeeshopeigenaar te herstellen en zakelijke rekening aan te bieden

9 april 2024

Door: Lisa Meles

Op 26 maart 2024 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden geoordeeld dat de SNS bank aan een coffeeshophouder een zakelijke rekening moet aanbieden en het gebruik van zijn privérekening moet blijven toestaan. De bank had de klantrelatie in augustus 2023 opgezegd, omdat de coffeeshophouder de privérekening in strijd met de voorwaarden zakelijk gebruikte. De coffeeshophouder is aanvankelijk een spoedprocedure gestart waar hij had gevorderd SNS te veroordelen de klantrelatie en bankrekening in privé voort te zetten en een nieuwe zakelijke klantrelatie met zijn onderneming aan te gaan. Deze vorderingen heeft de voorzieningenrechter afgewezen. Het hof heeft de vorderingen op 26 maart jl. alsnog toegewezen.

Toetsing aan toezichtrechtelijke eisen en integriteitsrisico’s

Banken zijn verplicht om witwassen en terrorismefinanciering tegen te gaan en in dit kader wettelijk verplicht onderzoek te doen naar hun klanten en betrokken partijen onder andere op basis van de Wet op het financieel toezicht (Wft), de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en sanctiewetgeving. Doelstelling van de Wwft is het handhaven van de integriteit van het financiële stelsel. De Wwft verplicht financiële instellingen onderzoek te doen naar klanten en partijen waarmee zij een zakelijke relatie aangaan of voor wie zij incidentele transacties uitvoeren.

De Nederlandsche Bank (DNB) kan aan banken maatregelen opleggen indien is gebleken dat ze dit onvoldoende doen. De Volksbank is recent in augustus 2023 nog op de vingers getikt. Ook andere Nederlandse banken hebben eerder steken laten vallen bij het naleven van de anti-witwasregels. ING en ABN AMRO moesten beide honderden miljoenen euro’s betalen na schikkingen met het Openbaar Ministerie. De Rabobank kreeg in 2018 een dwangsom van 500.000 euro opgelegd wegens het overtreden van de regels.

Dit is ook mede de reden dat banken vaak in de Algemene Bankvoorwaarden een bepaling hebben opgenomen over de informatie die zij nodig hebben om aan bovenstaande regelgeving te voldoen. Bij aanvang van de klantrelatie gaat een klant akkoord met deze informatieplicht. Van een klant wordt verwacht dat zij de bank volledig informeren indien de bank dit nodig acht. Als er bijvoorbeeld opvallende transacties worden geconstateerd, is de bank verplicht tot nader onderzoek in het kader van de Wwft. Om het cliëntonderzoek te kunnen uitvoeren, wil een bank kunnen uitsluiten dat bijvoorbeeld gelden die over de rekeningen lopen direct of indirect gerelateerd kunnen worden aan witwassen en/of gelden met een mogelijke criminele herkomst. Om deze reden kan een bank de klant verzoeken vragen te beantwoorden. We zien vaak dat dit zeer omvangrijke vragenlijsten zijn.

Het niet of onvoldoende beantwoorden van de vragen kan problemen opleveren. Op basis hiervan kan de bank het standpunt innemen dat niet voldoende is meegewerkt aan het onderzoek en niet voldaan is aan de informatieplicht. De bank kan dan alsnog de bankrelatie opzeggen. Ook kunnen persoonsgegevens worden geregistreerd in het Interne Verwijzingsregister of het Externe verwijzingsregister. 

Klanten mogen niet geweigerd worden vanwege branche waarin ze actief zijn

Banken kunnen een gerechtvaardigd belang hebben om cliënten te weigeren of de relatie op te zeggen vanwege toezichtrechtelijke eisen of integriteitsrisico’s. Dat kan betekenen dat een bank niet in alle gevallen kan worden verplicht om een betaalrekening aan te bieden. Daarbij zal het belang van de bank moeten worden afgewogen tegen dat van de onderneming die de rekening aanvraagt.

De uitspraak van het Hof van 26 maart 2024 bevestigt dat een bank niet categoraal mag uitsluiten en bedrijven dus niet mag weigeren omdat ze in een bepaalde branche actief zijn. De bank moet specifieke risico’s ten aanzien van de (potentiële) klant kunnen aantonen. Dat kon de bank in dit geval niet.

De coffeeshophouder waar het in deze zaak om ging was al klant van SNS vanaf de jaren tachtig of negentig. Hij had een zakelijke rekening gehad, maar die was in 2008 door de bank opgezegd omdat zij geen coffeeshop als klant wilde. Zonder betaalrekening is het echter vrijwel onmogelijk om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer en om een bedrijf te exploiteren. Vanaf dat moment gebruikte de coffeeshophouder daarom zijn privérekening ook voor betalingen van/aan de coffeeshop. Pas in augustus 2023 heeft de SNS de klantrelatie opgezegd, met als reden dat de privérekening niet zakelijk mag worden gebruikt.

Dit kan niet vond het Hof. Naar het oordeel van het hof kan de opzegging van de privérekening in dit geval niet los worden gezien van (I) de eerdere categorale opzegging van de zakelijke rekening in 2008, (II) de destijds bestaande praktijk dat coffeeshophouders een zakelijke rekening werd geweigerd, (III) de beklemde positie waarin de klant daardoor terecht kwam gezien zijn zorg voor de onderneming en het daarin werkzame personeel, (IV) het jarenlange niet ingrijpen door SNS waardoor bij de coffeeshophouder de verwachting kan zijn gewekt dat SNS het zakelijk gebruik van de privérekening gedoogde en (V) de hiervoor besproken onterechte weigering van SNS in 2023 om de coffeeshophouder een zakelijke rekening aan te bieden toen hij daarom vroeg, althans om de individuele voorwaarden daarvoor met hem te bespreken. In het licht daarvan acht het hof de opzegging van de privérekening naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.

Daarnaast acht het Hof het belang van het bedrijf, te weten dat het zonder betaalrekening vrijwel onmogelijk is om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer en om een bedrijf te exploiteren, zwaarwegender dan het belang van de bank. Hierbij vond het Hof ook van belang dat de coffeeshop bereid was om zijn omzet geheel via pintransacties te laten verlopen. Vanwege zijn decennialange probleemloze relatie met SNS had SNS op zijn minst moeten onderzoeken op welke wijze de relatie met de coffeeshophouder had kunnen worden gecontinueerd.

Kortom, een bank kan niet zomaar een zakelijke rekening weigeren of de klantrelatie opzeggen. Hier dient een zorgvuldige belangenafweging aan ten grondslag te liggen.

Wenst de bank de klantrelatie met u op te zeggen of wordt u geconfronteerd met een ellenlange vragenlijst? Neem dan vooral contact op voor advies.

Recente berichten

Strafrecht

Familierecht

Civiel recht

Bestuursrecht