‘Voorkom genadeklap’
25 juli 2013
Door: mr. R. Malewicz, voor Adovactenblad
De beleidsvoornemens van staatssecretaris Fred Teeven (VVD) zijn volgens strafrechtadvocaat Robert Malewicz slechts een stevig pakket bezuinigingen die de gefinancierde rechtsbijstand volledig ontwrichten.
De beleidsvoornemens aangaande de gefinancierde rechtsbijstand, die staatssecretaris Fred Teeven (VVD) op 12 juli per brief naar de Tweede Kamer stuurde, lijken te moeten leiden tot een stelselvernieuwing. Dat is eufemistisch gesteld want direct werd duidelijk dat het niet meer is dan een stevig pakket met bezuinigingen die de gefinancierde rechtsbijstand volledig ontwrichten.
Belangrijkste argument om de kaasschaaf te verruilen voor de bijl waren de kosten. Die stegen van 330 miljoen euro in 2002 naar 495 miljoen euro in 2012. Dat is een stijging van 165 miljoen in 10 jaar. Dat klinkt veel maar het is ongeveer 16,5 miljoen per jaar extra, inclusief inflatie en indexering. Het zou mede te maken hebben met de gedachte dat als het gratis is mensen er voor hun plezier lekker op los procederen.
Onderdeel van de plannen is dat er een selectie aan de poort wordt gemaakt door het Juridisch Loket zodat voortaan alleen noodzakelijk bijstand nog zal worden vergoed. In het huurrecht, het personen- en familierecht en strafrecht vallen stevige klappen. Huur- en consumentengeschillen worden volledig uitgesloten van gesubsidieerde rechtshulp. Via alternatieven als geschillencommissies en online-advisering zouden er immers voldoende alternatieven zijn.
Ook moeten rechtzoekenden zich meer gaan verzekeren. Echtscheidingen moeten – indien echtelieden het eens zijn en er geen minderjarige kinderen in het spel zijn- zonder rechtsbijstand worden afgewikkeld. Is er wel een conflict dan wordt het gezinsinkomen als basis genomen om te beoordelen of er gesubsidieerde rechtsbijstand mag komen. De ex-partner moet daartoe geld in een depot storten. Doet hij dat niet of ontstaat daarover een conflict dan moet daarover een procedure worden gevoerd.
Voor het strafrecht is bedacht dat de periode tot aan het bevel gevangenhouding (ongeveer de eerste twee weken na aanhouding van een verdachte) geheel onder de piketvergoeding moet komen te vallen. In bewerkelijke zaken wordt het uurtarief teruggebracht tot 70 euro per uur en komt de jaarlijkse indexering te vervallen. Ook worden de inkomenscategorieën van vijf naar drie groepen worden teruggebracht waardoor meer mensen een hogere eigen bijdrage zullen moeten betalen.
Stevige kritiek
Van alle kanten barstte de kritiek los, die overigens niet altijd even inhoudelijk was. Zo zou voormalig officier van justitie Teeven het niet zo op hebben met advocaten; ook zou het een reactie zijn op het falende toezicht van de advocatuur op de eigen beroepsgroep. Wellicht lag het aan de emoties en de stijgende temperaturen in het land, maar een echt zinvolle bijdrage aan de discussie was het niet.
Gelukkig kwam er ook veel inhoudelijke kritiek die wel hout sneed. In hoofdlijnen kwam die neer op de terechte bezorgdheid over de steeds beperktere toegang tot rechtsbijstand voor minvermogenden, de verschraling van de kwaliteit van rechtsbijstand, de zinloosheid van een groot deel van de voorgestelde maatregelen en de uit de lucht gegrepen onderbouwing en verwachtingen van de maatregelen.
Als concrete voorbeelden van die kritiek noem ik graag de regelgeving die zal leiden tot juist meer procedures, zoals bij de voorgestelde maatregelen bij echtscheidingsprocedures. Het argument dat men het over de financiën in echtscheidingsprocedures onderling wel eens zal worden is weinig overtuigend. De echtelieden gaan tenslotte niet voor niets uit elkaar. Daarbij komt dat veel echtscheidingsprocedures ingewikkeld zijn met problemen op het gebied van omgang, alimentatie, boedelverdeling en belastingen. En de aanname dat mensen voor hun lol procederen is aantoonbaar onjuist (op die enkele losgeslagen ex na). In het civiele recht bestaat immers de helft van de procespartijen uit verweerders die helemaal geen procedure wilden.
Uitstroom van kwaliteit
Een ander voorbeeld is de zorg over minvermogenden die zich niet kunnen verzekeren en die te maken krijgen met oninbare vorderingen (namelijk de uitgesloten vorderingen tot 5000 euro). Los van het fatsoen zal er geen reden meer zijn voor winkels, bedrijven, werkgevers en verhuurders om dergelijke vorderingen van minvermogende particulieren te voldoen.
Voor het strafrecht geldt tenslotte dat er een uitstroom zal volgen van kwalitatief goede advocaten uit de gefinancierde rechtsbijstand. Deze kunnen simpelweg niet werken voor een bedrag van 70 euro per uur terwijl de doorgaans zeer arbeidsintensieve eerste twee weken van de werkzaamheden ook nog eens onder een piketvergoeding komen te vallen. Tel daarbij op dat reistijd nauwelijks en wachttijd niet wordt vergoed, dat na die twee weken voor een piketvergoeding 24 uur moet worden gewerkt voor ongeveer 1200 euro en dat extra uren in veel gevallen helemaal niet worden toegekend, waardoor het geding volledig pro deo moet worden afgerond.
Je hoeft geen helderziende te zijn om te constateren dat de rek er echt uit is. Schrijnend is vooral dat het tarief van 70 euro zal worden uitgekeerd aan de advocaten die bijstand verlenen in de meer complexe grotere strafzaken. Met name daar worden meer uren toegekend voor het verlenen van bijstand. Ook volgt met de uittocht van kwaliteit op termijn een toename van het aantal fouten, onterechte veroordelingen, onterechte ontslagen en slecht afgehandelde echtscheidingen. Verwijzingen naar buitenlandse stelsels gaan voorbij aan de praktijk van die stelsels waarbij steevast grote bedragen aan de advocaat moet worden betaald naast de gefinancierde rechtshulp waardoor de minvermogende geen toegang heeft tot een advocaat die hem daadwerkelijk bijstaat en moeite voor hem doet.
Tenslotte is er door de staatssecretaris geen enkele moeite genomen goed te onderzoeken waar de kostenstijging echt in zit (bijvoorbeeld in meer complexe regelgeving en dus meer ingewikkelde procedures) en hoe die zich verhoudt tot de kosten en de baten van de rechtspleging als geheel. Zo kondigde Justitie bijvoorbeeld pas gister aan ook in hoger beroep bij criminelen te gaan zoeken naar geld, auto’s en andere kostbaarheden – een maatregel die vanaf 2018 100 miljoen euro per jaar moet opleveren, oftewel een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar.
Nu zijn oplossingen die wel leiden tot bezuinigingen zonder de kwaliteit van de rechtspleging en de toegang daartoe voor minvermogenden aan te tasten denkbaar. Bijvoorbeeld, een herijking van het puntensysteem bij verleende toevoegingen. Voor zinloos ingestelde procedures in hoger beroep bij strafzaken wordt nu veelal een relatief hoge vergoeding betaald terwijl lang niet altijd duidelijk is wat er tussen instellen en intrekken van het rechtsmiddel is gebeurd. Ook zou er op grotere schaal op basis van High Trust kunnen worden samengewerkt waarbij steekproefsgewijs wordt nagegaan of en op welke wijze de advocatuur zijn rechtsbijstand heeft ingevuld en gedeclareerd. In civiele procedures kan worden gedacht aan bredere toepassing van kostenveroordelingen die dichter in de buurt komen van de werkelijke kosten in plaats van een forfaitair bedrag dat niet in verhouding staat tot de werkelijke kosten.
Maar de staatssecretaris zou ook eens kritisch naar zijn eigen rol en die van de overheid kunnen kijken. In Veenhuizen, waar nu het gevangenismuseum is gevestigd, wisten ze dat al lang geleden. Op de binnenplaats van dat prachtige museum staat een groot monumentaal bord met daarop de woorden Wijs beleid. En dat is toch het minste wat je van beleidsmakers mag verwachten. Als zij dus echt draagvlak voor bezuinigingen willen creëren, spoor ik hen aan om – naast verstandig en