Persverklaring uitleveringsprocedure Quincy Promes | Cleerdin & Hamer Advocaten

Persverklaring uitleveringsprocedure Quincy Promes

13 maart 2024

PERSVERKLARING UITLEVERINGSPROCEDURE QUINCY PROMES

Vandaag wordt in diverse media bericht over de aanhouding van onze client Quincy Promes in Dubai. Het Nederlandse Openbaar Ministerie bericht dat een 32-jarige Nederlander, woonachtig in Moskou, is aangehouden ten behoeve van uitlevering aan Nederland. Aanleiding voor dit verzoek van het Openbaar Ministerie zou zijn de veroordeling door de Amsterdamse rechtbank van 14 februari 2024 in verband met gestelde betrokkenheid bij de invoer van verdovende middelen. De rechtbank legde aan Promes een gevangenisstraf op voor de duur van 6 jaar.

Quincy Promes heeft steeds ontkend betrokken te zijn geweest bij de door de rechtbank benoemde feiten. Wij hebben daarom namens Promes tegen het vonnis van de Amsterdamse rechter hoger beroep ingesteld. Deze week hebben wij ook onze grieven tegen het vonnis in een uitvoerig gemotiveerde schriftuur bij het Gerechtshof Amsterdam ingediend. Daarbij heeft de verdediging ook diverse nieuwe onderzoekswensen bij het Amsterdamse gerechtshof neergelegd.

Dat maakt dat het vonnis van de rechtbank Amsterdam niet definitief is. De beweerde rol van Promes in deze zaak zal door het Gerechtshof Amsterdam geheel opnieuw beoordeeld gaan worden. Het is nog niet te voorzien wanneer de procedure in hoger beroep in Nederland zal zijn afgerond. Daarna bestaat voor het OM en de verdediging ook nog de mogelijkheid beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.

In de Verenigde Arabische Emiraten zal de uitleveringsprocedure nu moeten worden doorlopen. Wij wijzen erop dat een onafhankelijke rechter in Dubai nu over het Nederlandse verzoek tot uitlevering zal gaan beslissen. In algemene zin geldt dat een uitleveringsprocedure geruime tijd in beslag kan nemen en veel formele stappen en eisen kent. Dat is ook in Nederland volstrekt gebruikelijk. De uitkomst en de duur van de uitleveringsprocedure laat zich op dit moment dan ook niet voorspellen.

Tenslotte wijzen wij op het in het uitleveringsrecht geldende vertrouwensbeginsel. Daarin ligt het vertrouwen in elkaars rechtspleging besloten. In het verlengde daarvan is het ook gebruikelijk dat staten en betrokken instanties zich niet uitlaten over de uitleveringsprocedure zolang deze onder de rechter is.

In navolging daarvan zullen wij verder geen mededelingen doen zolang het uitleveringsverzoek door de rechter in de Verenigde Arabische Emiraten wordt beoordeeld.

Sophie Hof en Robert Malewicz

PRESS STATEMENT EXTRADITION PROCEDURE QUINCY PROMES

Today various media reported on the arrest of our client Quincy Promes in Dubai. The Dutch Public Prosecutor reports that a 32-year-old Dutchman, residing in Moscow, has been arrested for the purpose of extradition to the Netherlands. The reason for this request by the Public Prosecutor’s Office would be the conviction by the Amsterdam District Court on February 14, 2024 in connection with alleged involvement in the importation of narcotics. The court imposed a six-year prison sentence on Promes.

Quincy Promes has always denied having been involved in the facts alleged by the court. We have therefore appealed the Amsterdam court’s verdict on Promes’ behalf. This week we also submitted our grievances against the verdict to the Amsterdam Court of Appeal in a detailed written submission. In doing so, the defense also submitted several new requests for investigation to the Amsterdam Court of Appeal.

This means that the verdict of the Amsterdam Court of Appeal is not final. The alleged role of Promes in this case will be completely reassessed by the Amsterdam Court of Appeal. It is not yet foreseeable when the appeal proceedings in the Netherlands will be completed. Thereafter, there is also the possibility for the prosecution and the defense to appeal in cassation to the Supreme Court of the Netherlands.

This means that the judgment of the Amsterdam District Court is not final. Promes’ alleged role in the case will completely be reassessed by the Amsterdam Court of Appeal. It is not yet foreseeable when the appeal proceedings in the Netherlands will be completed. Thereafter, there is also the possibility for the prosecution and the defense to appeal in cassation to the Supreme Court of the Netherlands.

In the United Arab Emirates, the extradition procedure will now have to be completed. We note that an independent judge in Dubai will now decide on the Dutch request for extradition. In general, an extradition procedure can take quite some time and has many formal steps and requirements. This is customary in the Netherlands as well. The outcome and duration of the extradition procedure cannot be predicted at this time.

Finally, we point to the principle of mutual trust applicable in extradition law. Therein lies the trust in each other’s administration of justice.  In line with this, it is also customary for states and relevant authorities not to comment on the extradition procedure while it is sub judice.

In line with this, we will make no further announcements while the extradition request is under judicial review in the United Arab Emirates.

Sophie Hof and Robert Malewicz

Recente berichten

Strafrecht

Familierecht

Civiel recht

Bestuursrecht