Robbert Jonk & Carlijn Nieuwenhuis | Cleerdin & Hamer

Persbericht Frits van Eerd

18 november 2024

Onze cliënt Frits van Eerd is verdachte in de strafzaak Hille. Cliënt heeft altijd ontkend strafbare feiten te hebben gepleegd. Zoals in een eerder persbericht aangegeven zal cliënt dit standpunt meer inhoudelijk toelichten waar het hoort: in de rechtszaal. Niet iedereen heeft dat geduld, zodat sommige momenten desondanks om een reactie vragen. Zo ook de publicatie van het boek ‘Fritske’ over cliënt en de strafzaak Hille. Namens cliënt reageren wij als volgt.

Het boek bevat enerzijds een beschrijving van de levensloop van cliënt en zijn werkzaamheden voor Jumbo en anderzijds een beschrijving van het onderzoek Hille en de vermeende rol die cliënt daarin zou vervullen.

Over het eerste deel van het boek kan cliënt slechts opmerken dat hij over zijn privé leven geen verantwoording wil en hoeft af te leggen, behalve aan zijn naasten. Het staat iedereen vrij een boek te schrijven, maar dit boek kan niet los gezien worden van de strafzaak waarin cliënt verdachte is. Zonder die strafzaak zou er geen boek over de levensloop van cliënt geschreven zijn. Het verhaal van de succesvolle ondernemer die naast Jumbo nog zo veel meer onderneemt op allerlei maatschappelijke terreinen en daarin (belangeloos) zijn steentje bijdraagt aan verschillende maatschappelijke doelen, is bovendien al wel vaker verteld.

Het is dan ook met name de beschrijving van de strafzaak die de aandacht trekt. Uit het boek blijkt dat de journalisten beschikking hebben gehad over een aanzienlijk deel van het dossier Hille. Het is op zichzelf al hoogst kwalijk dat de schrijvers kennelijk over een vertrouwelijk dossier kunnen beschikken, maar nog meer als de beschrijving een volstrekt verkeerde indruk wekt.
Het Openbaar Ministerie heeft op grond van een aantal omstandigheden onderzoek gedaan naar de veronderstellingen die tot het onderzoek Hille hebben geleid. Al die onderzoeken zijn beschreven in het boek, maar van het grootste deel heeft het Openbaar Ministerie moeten constateren dat er geen strafbare feiten konden worden vastgesteld die tot een vervolging konden leiden. In het boek wordt geen enkel onderscheid gemaakt tussen feiten die eventueel bewijsbaar zijn en veronderstellingen die dat bij voorbaat al niet blijken te zijn. Nog los van het feit dat alleen de rechter kan bepalen of feiten bewijsbaar zijn of niet.

In het boek wordt de indruk gewekt dat cliënt ten koste van Jumbo veel tijd besteedde aan zijn hobby’s en dat hij zich daarbij omringde door criminelen. Cliënt werpt dat beeld verre van zich. Hij heeft zich niet schuldig gemaakt aan strafbare feiten en heeft zich ook niet bewust ingelaten met personen met een criminele achtergrond. Jumbo was en is voor cliënt zijn levenswerk waaraan hij met ziel en zaligheid heeft gewerkt. Bij al zijn activiteiten heeft het belang van Jumbo altijd voorop gestaan. De in het boek beschreven activiteiten en de personen die daarbij een rol hebben gespeeld, beslaan maar een klein deel van de tijdsbesteding van client

Het gebruik van gegevens uit het strafdossier leidt ertoe dat cliënt op dit moment niet inhoudelijk kan reageren op de inhoud van het boek. De inhoud van het boek is grotendeels gebaseerd op het strafrechtelijk onderzoek. Cliënt zal daarover in gesprek gaan met de rechtbank, waarbij hij alle vertrouwen heeft in een goede afloop. Cliënt kan en wil daar niet verder op vooruit lopen. Aan de totstandkoming van het boek heeft cliënt dan ook niet meegewerkt.

Amsterdam, 18 november 2024

Robbert Jonk
Carlijn Nieuwenhuis

Recente berichten