Partneralimentatie: hoe werkt dat?
26 januari 2022
Door: Marleen Falkena
Partneralimentatie is een onderwerp waarover de meningen nogal zijn verdeeld: is het nog wel van deze tijd om je ex-partner te onderhouden? Per 1 januari 2020 is de maximale partneralimentatietermijn gewijzigd van 12 naar 5 jaar (met wel enkele uitzonderingen). In dat kader is het goed om de belangrijkste begrippen op een rijtje te zetten. Partneralimentatie: hoe werkt dat?
Behoefte
Om te beginnen moet de behoefte van de alimentatiegerechtigde worden vastgesteld. Er zijn twee manieren:
- behoeftelijst waarbij alle huwelijks gerelateerde kosten worden opgesomd (woonlasten, gebruikerslasten als gas, water en licht, boodschappen, kleding, vakantie, kapper, sport, vervoer). Dergelijke lijstjes zijn stof voor discussies.
- “de hofnorm”. Hierbij wordt eerst gekeken naar wat het gemiddelde netto gezinsinkomen was ten tijde van het huwelijk. Daarvan wordt 60% als behoefte genomen (nadat de kosten van de kinderen van het gezinsinkomen zijn afgetrokken, want daar leefden de ouders niet van). Als beide echtgenoten 60% behoefte hebben, zul je begrijpen dat beide behoeftes niet zullen worden vervuld, immers 2 losse huishoudens is duurder dan een gezamenlijk huishouden. Vaak is de conclusie dan dat er onvoldoende draagkracht is om de gehele behoefte te vervullen.
Behoeftigheid
Nadat de behoefte van de alimentatiegerechtigde is vastgesteld, moet worden gekeken in welke mate hij / zij in het eigen levensonderhoud kan voorzien met eigen inkomen. Daarbij speelt bijvoorbeeld een rol het type dienstverband, opleidingsniveau, werkervaring en verdiencapaciteit. Verwacht wordt dat iemand zich inspant om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien. Een enkel verzoek bij de werkgever om meer uren en een afwijzing daarop is onvoldoende, vindt de rechter. Soms kan va niemand gevraagd worden dat iemand een bijbaan neemt of een baan zoekt met meer uren, althans meer salaris. Wel wordt daarbij ook gekeken naar de leeftijd van de kinderen. Het verschil tussen de behoefte en de aangenomen verdiencapaciteit noemen we “behoeftigheid”.
Draagkracht
Tot slot kijken we naar de draagkracht van de alimentatieplichtige. Het gaat er daarbij om in welke mate de alimentatieplichtige in staat is om bij te dragen in de behoefte van de alimentatiegerechtigde. Hiervoor wordt eerst het inkomen ingevoerd (inclusief vakantiegeld en bonussen). Vervolgens wordt daarvan een aantal posten afgetrokken (zoals de bijstandsnorm, woonlasten, zorgkosten, kosten van verzorging voor de kinderen en de te betalen kinderalimentatie).
Als er ook (jong)minderjarige kinderen zijn betrokken, gaat de kinderalimentatie voor op de partneralimentatie. Als berekend is wat de alimentatieplichtige kan bijdragen, wordt dit bedrag gebruteerd, zo wordt rekening gehouden met het fiscaal voordeel wat de alimentatieplichtige heeft. De alimentatiegerechtigde moet inkomstenbelasting betalen over de ontvangen partneralimentatie.
Om te kunnen controleren of er geen wanverhouding ontstaat tussen het inkomen van de alimentatieplichtige en de alimentatiegerechtigde wordt vaak aan het einde nog een zogenaamde “jusvergelijking” gemaakt. Daarbij wordt de vrije ruimte vergeleken.
Wil je meer weten over partneralimentatie of over een ander onderwerp binnen het personen- en familierecht? Neem gerust contact op met iemand van onze sectie.