Goed opletten bij een echtscheiding met internationale aspecten! | Cleerdin & Hamer Advocaten

Fiscale aftrekposten bij scheiding

19 april 2019

Mag ik voor mijn ex betaalde hypotheekrente en premie levensverzekering opvoeren als fiscale aftrekpost?

In de praktijk zie je vaak dat als mensen uit elkaar gaan, een van beide de woning verlaat voordat de scheiding geregeld is en de woning is verkocht of overgedragen aan een van beide echtgenoten. Meestal betaalt degene die in de woning achter blijft de volledige hypotheekrente en premie levensverzekering en voert deze bedragen volledig op als aftrekpost in de IB-aangifte en ontvangt zo de volledige teruggaaf van de belastingdienst. De vraag is nu mag dat?

Niet aftrekbaar

In beginsel is het antwoord op deze vraag kort gezegd: nee, dat mag niet. Als je geen fiscaal partners meer bent en niet 100% eigenaar van een woning, is de betaalde hypotheekrente en premie levensverzekering die het aandeel van je ex betreffen in beginsel niet aftrekbaar. Ook niet als je deze lasten volledig voor je rekening neemt.

50% eigenaar van de woning

Omdat je samen met je echtgenoot van de woning bent, ben je fiscaal gezien 50% eigenaar van de woning. Dit betekent dat je de helft van de lasten kunt aftrekken als jouw aandeel in de lasten van de woning. De andere helft van de woning is eigendom van je ex en dus ook zijn of haar aftrekpost. Deze kan hier alleen geen gebruik van maken omdat de woonlasten niet door hem of haar zijn betaald. En je kunt alleen gebruik maken van een fiscale aftrekpost als je de bijbehorende last betaald. Dit nog even los van het feit dat je in beginsel je hoofdverblijf moet hebben in een woning om recht te hebben op een fiscale aftrekpost.

Fiscaal partnerschap beëindigd

Hoe kun je dit – vaak voorkomende probleem – nu oplossen? Als het fiscaal partnerschap is beëindigd – dit eindigt door het indienen van een verzoek tot scheiding bij de rechtbank en inschrijving op een ander GBA-adres – kun je laten vastleggen dat de echtgenoot die alle woonlasten betaal, het aandeel van de ex betaalt als zijnde partneralimentatie. Let er hierbij op dat een dergelijke betaling alleen als partneralimentatie wordt aangemerkt als sprake is van “periodieke uitkeringen en verstrekkingen” in de zin van art. 6.3 lid 1 sub a Wet IB 2001. Hiervoor is vereist dat deze betaling rechtstreeks volgt uit het familierecht. Dat is het geval als er een overeenkomst is waaruit blijkt dat de ene echtgenoot gehouden is te voorzien in het levensonderhoud van c.q. partneralimentatie te betalen aan de andere echtgenoot, of een uitspraak van een rechter waarin een alimentatieverplichting is vastgelegd.

Aanspraak op fiscale aftrek

Wil je dus aanspraak op fiscale aftrek kunnen maken, dan moet je wel kunnen aantonen dat sprake is van een onderhoudsverplichting in de zin van art. 6.3 lid 1 sub a Wet IB 2001. Hiervoor is niet voldoende dat de rechter bij het bepalen van de draagkracht er rekening mee dat je de volledige hypotheekrente en premies levensverzekering betaalt. Het enkele feit dat in de draagkrachtberekening rekening is gehouden met betaling van de volledige hypotheeklasten en premies levensverzekering, betekent niet automatisch dat sprake is van een onderhoudsverplichting als voormeld. De rechter zal deze verplichting tot betaling van de volledige lasten expliciet moeten opnemen in de beslissing.

Maximaal twee jaar aftrekken

Stel dat de echtgenoot die de woning verlaat de volledige lasten blijft betalen, dan kan die de betaalde hypotheekrente slechts voor een periode van maximaal twee jaar na vertrek uit de woning als aftrekpost opvoeren, ex art. 3.111 lid 4Wet IB 2001. Na deze twee jaar wordt de woning fiscaal niet meer aangemerkt als “eigen woning” als je daar niet je hoofdverblijf hebt

Recente berichten

Strafrecht

Familierecht

Civiel recht

Bestuursrecht