Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk: forse ontnemingsvordering van tafel | Cleerdin & Hamer Advocaten

Evolutie rechterlijke autoriteit in de overleveringsprocedure

5 februari 2020

De evolutie van het begrip rechterlijke autoriteit in de overleveringsprocedure, het vervolg

Voor het tijdschrift praktijkwijzer strafrecht schreven advocaten Aimée Timorason en Robert Malewicz een artikel over de evolutie van het begrip ‘rechterlijke autoriteit’ in de overleveringsprocedure. Meer dan eens heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie zich uitgelaten over het vraagstuk of een door een lidstaat aangewezen autoriteit kan worden gekwalificeerd als een ‘rechterlijke autoriteit’ in de zin van het Kaderbesluit betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten (hierna: kaderbesluit EAB). Het belangrijkste toetsingscriterium voor dit begrip is de onafhankelijkheid van de uitvaardigende autoriteit ten opzichte van de uitvoerende macht.

De uitspraken Poltorak, Kovalkovas, Özçelik, OG & PI en PF

In het artikel zijn alle verschillende uitspraken van het Hof van Justitie EU opgesomd die betrekking hebben op het begrip ‘rechterlijke autoriteit’.

Zo volgt uit de uitspraak Poltorak (C-452/16 PPU) dat een Politiedienst niet kan worden aangemerkt als een ‘rechterlijke autoriteit’ in de zin van het Kaderbesluit EAB. In de uitspraak Kovalkovas (C-477/16 PPU) is geoordeeld dat de Minister van Justitie niet kan worden gezien als ‘rechterlijke autoriteit’. Over een bevel van een politiedienst dat later werd bekrachtigd door een officier van justitie is in de zaak Özçelik (C453/16 PPU ) geoordeeld dat een dergelijke gang van zaken voldoet aan de eisen die worden gesteld aan een rechtelijke beslissing door een ‘rechterlijke autoriteit’.

In mei van vorig jaar is in de zaken OG & PI en PF de status van de officier van justitie uit Duitsland en de procureur-generaal uit Litouwen door het Hof van Justitie EU onder de loep genomen. Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat de Duitse officier van justitie niet volledig onafhankelijk is van de uitvoerende macht, waardoor zij niet aan te merken is als ‘rechtelijke autoriteit’. De Litouwse procureur-generaal daarentegen voldoet wel aan de vereisten en kan om die reden wel worden aangemerkt als ,,rechterlijke autoriteit’’.

Nederlandse officier van justitie

Ook de positie van de Nederlandse officier van justitie werd in twijfel getrokken. Het Hof van beroep in Brussel stelde daarover op 4 juli 2019 een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie EU (C-510/19), Want inderdaad: Is de Nederlandse officier van justitie wel onafhankelijk (genoeg) van de uitvoerende macht? De in mei 2019 gewezen uitspraken OG & PI en PF hebben er in Nederland in ieder geval voor gezorgd dat de Nederlandse officier van justitie niet langer meer de uitvaardigende ,,rechterlijke autoriteit’’ is. De officier van justitie is bij wetswijziging van de overleveringswet van 12 juli 2019 vervangen door de rechter-commissaris in de Nederlandse procedure, waardoor de Nederlandse procedure weer conform Kaderbesluit EAB is.

Het vervolg…

Het artikel eindigde met twee zaken waarover door Nederland prejudiciële vragen waren gesteld aan het Hof van Justitie EU. In die zaken ging het om de vraag of de Franse (C-566/19 PPU en C-626/19 PPU) en de Zweedse (C-625/19 PPU) officieren van justitie kunnen worden aangemerkt als ,,rechterlijke autoriteit’’ in de zin van het Kaderbesluit. Door Nederland werd ook een derde vraag gesteld. Deze zag op de status van de procureur des Konings uit België (C-627/19 PPU) als uitvaardigende ,,rechterlijke autoriteit’’.

Op 12 december 2019 werd in alle drie de zaken arrest gewezen. Het Hof van Justitie EU oordeelde in al deze zaken dat de leden van het Openbaar Ministerie van deze landen kunnen worden gezien als uitvaardigende ,,rechterlijke autoriteit’’ in de zin van het Kaderbesluit EAB.

Met de drie uitspraken van 12 december 2019 lijkt er voorlopig een einde te zijn gekomen aan de onduidelijkheden die bestaan over het begrip uitvaardigende ,,rechterlijke autoriteit’’ in de zin van het Kaderbesluit EAB. Voorlopig…. Wie weet… to be continued?

Recente berichten

Strafrecht

Familierecht

Civiel recht

Bestuursrecht