Persverklaring uitleveringsprocedure Quincy Promes | Cleerdin & Hamer Advocaten

Persverklaring vrijlating 
Quincy Promes

17 mei 2024

PERSVERKLARING VRIJLATING QUINCY PROMES

Vandaag wordt in diverse media bericht over de invrijheidstelling van onze cliënt Quincy Promes in Dubai. Wij kunnen die berichtgeving bevestigen en geven daarop graag een korte toelichting.

In de uitleveringsprocedure van Promes hebben de autoriteiten in de Verenigde Arabische Emiraten het Nederlandse uitleveringsverzoek in behandeling genomen. Daarover is nog geen definitieve beslissing genomen. Een onafhankelijke rechter in Dubai zal nog over het Nederlandse verzoek tot uitlevering beslissen. Het is op dit moment nog niet duidelijk wanneer die zitting zal plaatsvinden. In algemene zin geldt dat een uitleveringsprocedure geruime tijd in beslag kan nemen en veel formele stappen en eisen kent. Dat is ook in Nederland volstrekt gebruikelijk. De uitkomst en de duur van de uitleveringsprocedure laat zich op dit moment dan ook niet voorspellen.

De invrijheidstelling van Promes raakt de vraag of detentie in Dubai werkelijk noodzakelijk is en of op een andere wijze kan worden veiliggesteld dat Promes voor de afwikkeling van de procedure beschikbaar zal blijven. Het criterium daarbij is dat een opgeëiste persoon niet vluchtgevaarlijk is, dan wel dat het vluchtgevaar op minder bezwarende wijze voldoende kan worden ingeperkt. Dat kan zijn door het stellen van een borgsom, het inleveren van reisdocumenten, een meldplicht bij de lokale politie of de verplichting om tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak te verschijnen. In nauwe samenwerking met de lokale advocaten in de Verenigde Arabische Emiraten is op basis van bovengenoemde uitgangspunten een verzoek tot invrijheidstelling ingediend. Dat verzoek is nu gehonoreerd en daarover zijn we zeer verheugd.

Graag benadrukken wij dat ook in Nederlandse uitleveringszaken het heel gebruikelijk is dat opgeëiste personen hun vaak lange uitleveringsprocedure in vrijheid mogen afwachten.

Tenslotte wijzen wij op het in het uitleveringsrecht geldende vertrouwensbeginsel. Daarin ligt het vertrouwen in elkaars rechtspleging besloten. Wij zullen verder geen inhoudelijke mededelingen doen maar zullen ons met onze collega’s in Dubai blijven inzetten voor een goed resultaat in de uitleveringsprocedure in de Verenigde Arabische Emiraten.

Sophie Hof en Robert Malewicz

PRESS STATEMENT ON THE RELEASE OF QUINCY PROMES

Today various media reported on the release of our client Quincy Promes in Dubai. We can confirm these reports and would like to give a brief explanation.

In the extradition procedure of Promes, the authorities in the United Arab Emirates have considered the Dutch extradition request. No final decision has yet been made on the request. An independent judge in Dubai will still decide on the Dutch extradition request. It is not clear at this time when that hearing will take place. As a general rule, extradition proceedings can take quite some time and involve many formal steps and requirements. This is perfectly normal in the Netherlands as well. The outcome and duration of the extradition procedure cannot be predicted at this time.

The release of Promes touches on the question of whether prelimanary detention in Dubai is necessary and whether it can be secured by other means that Promes will remain available for the settlement of the proceedings. The general principal is that if the requested person demonstrates the absense of a flight risk, or that the flight risk can be sufficiently mitigated in less onerous ways, one can await the outcome of an extradition procedure without detention. This may be through the posting of bail, the surrender of travel documents, an obligation to report to the local police or the obligation to appear during the substantive hearing of the case. In close cooperation with local lawyers in the United Arab Emirates, a request for release was prepared based on the above principles. That request filed by the lawyers in Dubai has now been granted and we are very pleased about that.

We would like to emphasize that also in Dutch extradition cases it is very common for requested persons to be allowed to await their often lengthy extradition procedure without being remanded in pre-trial custody.

Finally, we refer to the principle of mutual trust that applies in extradition law. Therein lies the trust in each other’s administration of justice. We will not make any further substantive announcements but will continue to work closely with our excellent colleagues in Dubai to achieve a good result in the extradition procedure in the United Arab Emirates.

Sophie Hof and Robert Malewicz

Recente berichten

Strafrecht

Familierecht

Civiel recht

Bestuursrecht