Zaaddonor K34 mag anoniem blijven | Cleerdin & Hamer Advocaten

Zaaddonor K34 mag anoniem blijven

30 april 2021

Dit blog behandelt een recente uitspraak over een zaaddonor die anoniem wil blijven, terwijl zijn kind wil weten wie haar vader is.

Zaaddonatie

Vroeger was het krijgen van kinderen geen keuze, je kreeg ze of je kreeg ze niet. Sinds de jaren ‘50 van de vorige eeuw is het in Nederland echter mogelijk om door middel van kunstmatige inseminatie met zaad van de partner of met donorzaad zwanger te worden. Aanvankelijk was kunstmatige bevruchting politiek en maatschappelijk gezien een omstreden onderwerp. Het werd in verband gebracht met huwelijkse ontrouw en met onvruchtbaarheid van de man. Daarom was het lange tijd uitsluitend mogelijk om anoniem te doneren.

In de jaren ‘80 namen de morele bezwaren tegen kunstmatige inseminatie geleidelijk aan af. Lesbische paren kregen toegang tot vruchtbaarheidsbehandelingen waardoor spermadonatie ook meer zichtbaar werd. Door (internationale) adopties werd kennis opgedaan over het belang voor kinderen van afstammingsinformatie.
Vanaf begin jaren ’90 kregen zaaddonoren de mogelijkheid om ervoor te kiezen een bekende donor te zijn. Er werd een onderscheid gemaakt tussen een zogenaamde A-donor die anoniem wilde blijven en B-donor die toestemming gaf om zijn persoonsidentificerende gegevens aan het donorkind te verstrekken vanaf 16 jaar. B-donoren konden er op een later moment voor kiezen om te switchen naar A-donor.

Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting

Op 1 juni 2004 is de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting (‘WDKB’) in werking getreden. Uitgangspunt van de WDKB is dat elk kind het recht heeft om te weten van wie het afstamt. Hierdoor is het niet meer toegestaan om anoniem te doneren. Ziekenhuizen die donorbehandelingen verrichten moeten op grond van de WDKB de gegevens van donoren aanleveren aan de Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting (‘SDKB’), die de gegevens beheert. Donorkinderen vanaf 16 jaar mogen de identiteit van hun donor opvragen bij de SDKB. Donoren van na 1 juni 2004 kunnen in geval van zwaarwegende belangen bezwaar maken tegen het verstrekken van hun gegevens. Er zal dan een afweging moeten worden gemaakt tussen het belang van de donor om anoniem te blijven en het belang van het kind op informatie van wie het afstamt.

In de overgangsbepaling van artikel 12 lid 3 WDKB is bepaald dat de gegevens van A-donoren en B-donoren (die dus vóór 2004 hebben gedoneerd) en niet tegen hun wil verstrekt mogen worden.

Uitspraak rechtbank Gelderland 24 maart 2021

Op 24 maart 2021 heeft de rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak van donorkind ‘Maria’, die wilde weten wie haar vader is.
Maria is in 1998 geboren na een Ivf-behandeling in het ziekenhuis. Haar moeder had gekozen voor een B-donor (bekende donor), zodat haar dochter op enig moment zijn identiteit zou kunnen opvragen. Dit was door het ziekenhuis voorgeschreven en ook de uitdrukkelijke wens van de moeder.

Switch van A naar B donor

Toen Maria in 2017 16 jaar werd, vroeg zij het ziekenhuis om de gegevens van de donor te verstrekken. Dat deed het ziekenhuis niet. Zonder dat moeder en dochter het wisten, was B-donor “K34” geswitcht naar A-donor (anonieme donor). Dat was mogelijk doordat in de overgangsbepaling van artikel 12 WDKB van 1 juni 2004 is bepaald dat de gegevens van B-donoren (die dus vóór 2004 hebben gedoneerd) alleen met instemming van de zaaddonor mogen worden verstrekt. De wens van K34 om anoniem te blijven moest het ziekenhuis op grond van de WDKB dus respecteren. Moeder en dochter vroegen vervolgens de rechter om het ziekenhuis te verplichten de gegevens van zaaddonor K34 toch met Maria te delen.

Kinderrechtenverdrag en Mensenrechtenverdrag

De rechtbank oordeelt dat het ziekenhuis de gegevens van donor K34 niet hoeft te verstrekken. De dochter heeft in beginsel recht op die gegevens, maar deze kunnen slechts aan haar worden verstrekt nadat een afweging heeft plaatsgevonden tussen haar belangen en die van donor K34. Dit volgt uit artikel 7 van het Kinderrechtenverdrag (IVRK) en artikel 8 van het Mensenrechtenverdrag (EVRM). Die belangenafweging vindt op grond van de WDKB ook plaats bij verzoeken van kinderen die zijn verwekt met na 2004 gedoneerd zaad. Aangezien K34 geen partij is in deze zaak (hij kon niet worden gedagvaard omdat zijn identiteit onbekend is) kan de rechtbank een dergelijke belangenafweging niet maken, ook niet door middel van een deskundigenonderzoek. De rechtbank overweegt dat het een onbevredigende slotsom is dat niet kan worden beoordeeld of de belangen van de dochter prevaleren boven die van K34. Volgens de rechtbank is hier de grens bereikt van wat de rechter kan beslissen. De wetgever is aan zet om een belangenafweging alsnog mogelijk te maken.

En nu?

Op dit moment loopt er bij de rechtbank Den Haag een vergelijkbare zaak van vijf donorkinderen tegen Medisch Centrum Kinderwens en de SDKB. In die zaak is niet alleen het ziekenhuis partij, maar ook de SDKB. Het is de vraag of de SDKB wél kan worden verplicht de gegevens van de donor te verstrekken. Naar verwachting doet de rechtbank op 2 juni 2021 uitspraak in deze zaak.

Naar aanleiding van het rapport van de Tweede evaluatie WDKB, heeft de Minister van volksgezondheid, welzijn en sport bij brief van 26 september 2019 aan de voorzitter van de Tweede Kamer geschreven dat hij van mening is dat het switchen van B-donor naar A-donor niet in de geest van de WDKB past. Afhankelijk van de uitspraken in de gerechtelijke procedures is de Minister van plan een wetswijziging te initiëren. Een wetswijziging zou in kunnen houden dat gegevens van een B-donor van voor 2004 in principe worden verstrekt, tenzij de donor een zwaarwegend belang kan aantonen om niet over te gaan tot verstrekking van zijn persoonsidentificerende gegevens. Dit is volgens de Minister meer in lijn met de geest van de WDKB, waardoor B-donoren van voor 2004 op dezelfde wijze worden behandeld als de donoren van na 2004.

Het is dus nu afwachten of de minister gaat proberen om de wet te wijzigen. Voor de betrokken donorkinderen betekent dit dat het nog enige tijd gaat duren voordat er meer duidelijkheid komt.

Donorovereenkomst

De uitspraak van de rechtbank Gelderland onderstreept het belang van goede afspraken tussen partijen bij een donorconstructie. Maken wensouder(s) gebruik van een bekende donor, dan is het van belang dat zij en de donor (en zijn eventuele partner) hebben besproken welke rol de donor en zijn eventuele partner zullen hebben in het leven van het kind. Dergelijke afspraken kunnen worden vastgelegd in een zogenaamde ‘donorovereenkomst’.

Bent u van plan om zwanger te worden via een donorconstructie of overweegt u te doneren, neemt u dan gerust contact op met één van onze advocaten. Zij helpen u graag verder.

Recente berichten