Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk: forse ontnemingsvordering van tafel | Cleerdin & Hamer Advocaten

Wijs op Reis!

17 juli 2013

Door: mr. R. Malewicz, voor Crimescene

Vanaf volgende week is in heel Nederland de zomervakantie aangebroken. Vele Nederlanders trekken weer over de grens om van een welverdiende vakantie te genieten.

De ANWB en veel andere instanties is er veel aan gelegen wegtrekkende Hollanders met raad en daad bij te staan. Met de slogan wijs op reis waarschuwt de Rijksoverheid de vakantieganger al jaren om toch vooral goed voorbereid aan de trip te beginnen.

In tegenstelling tot echte vakantiegangers weten de Nederlanders die gedwongen op “vakantie” worden gestuurd omdat ze worden uitgeleverd (in Europa overgeleverd) vaak niet waar ze aan toe zijn. Zijn ze niet eerst uit- of overgeleverd maar direct in het buitenland aangehouden, dan is men vaak slecht op de hoogte van de mogelijkheden die er zijn om terug te keren naar Nederland om daar hun straf verder uit te zitten.

Europa heeft steeds meer invloed op het Nederlandse strafproces. Daarnaast wordt de Nederlandse crime scene steeds internationaler. XTC, cocaïne en hasj gaat veelal via Nederland de rest van de wereld in, cybercrime komt vanuit het buitenland ons land binnen, de Nederlandse opsporingsdiensten werken steeds makkelijker samen in bijvoorbeeld Joint Investigation Teams (JIT) en officieren van justitie in verschillende landen zijn georganiseerd in instanties als Eurojust. Een ander voorbeeld is de ruime inzet van het Europees Arrestatiebevel, een standaarddocument waarmee de procedure van overlevering gestart wordt en de verdachte internationaal gesignaleerd komt te staan.

Gezien deze ontwikkeling van toenemende internationalisering leek het me goed in deze column kort aandacht te besteden aan de rechten van de reiziger die zijn bestemming niet zelf voor het uitkiezen heeft. Hier volgt een kort overzicht, verre van compleet, oftewel: how to bluff your way into het internationale strafrecht.

Van groot belang is de inzet van het Europees Arrestatiebevel (EAB). Europese landen hebben dit instrument inmiddels ontdekt. Daarmee strekt de arm van de buitenlandse justitiële autoriteiten zich eenvoudig tot over onze landsgrenzen uit. Verdachten die in Nederland feiten hebben gepleegd kunnen eenvoudig via beschuldigingen van medeverdachten die in het buitenland zijn aangehouden in het buitenlandse onderzoek worden getrokken. Probleem met die procedure van het EAB is dat niet naar schuld of onschuld wordt gekeken. Inhoudelijke verweren kunnen dus pas in het buitenlandse strafproces worden gevoerd. De procedure in Nederland is een technische procedure waarbij de rechter toetst of het bevel goed is uitgevaardigd en of er aan de eisen van de Overleveringswet is voldaan. Voordeel van de procedure is dat men door de Nederlandse Overleveringswet wordt beschermd vanwege de terugkeergarantie en het specialiteitsbeginsel.

De terugkeergarantie houdt in dat de opgeëiste persoon wordt overgedragen aan het buitenland onder de voorwaarde dat hij naar Nederland mag terugkeren om een eventuele straf uit te zitten. Bij die garantie hoort ook dat de straf dan in Nederland naar Nederlandse maatstaven wordt aangepast. Het specialiteitsbeginsel houdt in dat men over de grens alleen vervolgd mag worden voor feiten waarvoor men is overgeleverd. Beide rechten gelden alleen indien men vanuit Nederland vertrekt. Wordt de verdachte direct in het buitenland aangehouden dan krijgt hij deze rechten niet.

Mocht bekend zijn dat er een onderzoek tegen iemand loopt dan is het dus van groot belang dat men niet gaat reizen. Men zou de hierboven genoemde rechten verspelen bij aanhouding in het buitenland. Het is dan zaak zo snel mogelijk contact te zoeken met een goede lokale advocaat, bij voorkeur in samenwerking met een Nederlandse. Regelmatig kan langdurig voorarrest in den vreemde worden voorkomen indien tijdig de koe bij de horens wordt gevat en goed wordt geanticipeerd in de richting van de buitenlandse opsporingsdiensten. Vaak kan ook vanuit Nederland worden nagegaan of men internationaal gesignaleerd staat vanwege een buitenlands strafrechtelijk onderzoek. Tenslotte is het voor een verdachte natuurlijk van groot belang om zo snel mogelijk, bij voorkeur als men nog in Nederland is, inzage te krijgen in het buitenlandse dossier en de verdediging te gaan optuigen.

Is men toch in het buitenland aangehouden, dan kan men een verzoek indienen om naar Nederland terug te keren om hier de straf uit te zitten. Dat gaat via de regeling van de WOTS of WETS (De WOTS is vanwege nieuwe Europese regelgeving in steeds meer Europese landen omgezet in de WETS).

De vragen die dan opkomen zijn meestal de volgende:

Wordt mijn straf in Nederland aangepast (lees: verlaagd) naar Nederlandse maatstaven of moet ik de hele straf hier uitzitten?

Is de WOTS of de WETS van toepassing en wat zijn de wijzigingen?

En tenslotte: hoe dien ik dat verzoek om naar Nederland terug te keren in en hoe verloopt die procedure dan?

De antwoorden zijn globaal als volgt.

Alleen veroordeelden die vanuit Nederland zijn overgeleverd hebben via de terugkeergarantie recht op aanpassing van hun straf. Mensen die in het buitenland zijn aangehouden hebben die mogelijkheid doorgaans niet. Er zijn uitzonderingen, overleg daarover met uw advocaat.

De vraag over de WOTS/WETS kan met een paar vuistregels worden beantwoord. De WETS geldt alleen als het buitenlandse vonnis op of na 5 december 2011 definitief is geworden. Beide landen moeten de WETS hebben ingevoerd. Nederland heeft dat al, als het land waar u zit dat nog niet heeft gedaan, dan geldt de oude regeling van de WOTS. Het omslagpunt is de invoeringsdatum van de nieuwe regeling. Het kan dus zijn dat u onder de oude regeling vertrekt, maar dat u wachtend op uw procedure bij de rechtbank in Nederland toch ineens onder de WETS komt te vallen. Uw straf mag niet zwaarder worden dan in het buitenland het geval zou zijn geweest.

De wijzigingen in de nieuwe procedure betreffen met name de snelheid van de procedure (WETS is veel sneller), daartegenover staat echter dat toestemming van de veroordeelde voor overbrenging niet is vereist en dat als hij geen terugkeergarantie heeft zijn buitenlandse straf niet wordt aangepast naar Nederlandse maatstaven terwijl dat onder de WOTS vaker wel het geval was. Onder de WETS is de omzettingsprocedure ook veranderd. Niet de lokale Nederlandse rechter, maar de Bijzondere Penitentiaire Kamer van het Gerechtshof te Arnhem past de straf aan door een bindend advies daarover aan de Minister van Justitie.

Het verzoek is eenvoudig zelf in te dienen via de gevangenisautoriteiten. Daarna begint het geleur en getrek aan de instanties om de procedure met enige vaart af te ronden en naar Nederland te komen. Al met al komt er nogal wat over Nederlanders heen die met deze internationale ontwikkelingen worden geconfronteerd. Vooral de onwerkelijkheid dat men in detentie kan raken door ongefundeerde beschuldigingen of wel erg magere aanwijzingen van niet nader gespecificeerde betrokkenheid bij een in het buitenland gepleegd strafbaar feit, leidt tot veel ongeloof en onbegrip voor de hele gang van zaken.

Door de snelheid van de procedures, het totale gebrek aan rechtsmiddelen (hoger beroep is niet mogelijk in de overleveringsprocedure) en de onbekendheid met de buitenlandse strafrechtelijke procedures is de opgeëiste persoon vaak onvoldoende voorbereid en gewapend om zich goed te weren. Kritiek op de procedures vindt in tijden van meer handhaving en crime fighting weinig gehoor. Ook al zijn er tal van voorbeelden van mensen die onterecht worden overgebracht, of vanwege wel heel oude feiten of flutzaken, de trein van de internationale samenwerking dendert gewoon door.

Ik wens u in ieder geval een hele goede reis, in de hoop dat u uw bestemming zelf kunt kiezen. Mocht dat niet zo zijn dan weet u tenminste iets meer over wat u te doen en mogelijk ook te wachten staat.

Recente berichten