Wat is de invloed van het nieuwe regeerakkoord op asielmigratie?
2 juli 2024
Door: Femke Zeven
Vandaag staat het nieuwe kabinet op het bordes. De regeringspartijen staan dus aan het begin van hun kabinetsperiode, waarvoor veel verandering is aangekondigd. In de nacht van 15 op 16 mei presenteerden de PVV, VVD, NSC en de BBB namelijk hun regeerakkoord, waar de plannen van dit kabinet in staan. Hierbij springen met name de maatregelen die ze willen treffen als het gaat om migratie in het oog. Deze maatregelen worden besproken in deze blog, in het bijzonder juridische haalbaarheid van de plannen voor asielmigratie.
In het regeerakkoord wordt aangekondigd dat het toekomstige kabinet om alle vlakken van migratie wil inperken, maar met name op het gebied van asielmigratie. Ik bespreek hier een aantal van de meest in het oog springende, geplande maatregelen. Zo wil het toekomstige kabinet een acute noodsituatie afkondigen, zogezegd om de asielinstroom te beperken en de druk op de asielopvang te verminderen. De Spreidingswet, om de opvang van asielzoekers gelijker over de Nederlandse gemeenten te verdelen, wordt ingetrokken. Ook willen de partijen een voorstel indienen bij de Europese commissie, waarin Nederland een opt-out clausule zal voorstellen voor de Europese wet- en regelgeving waar Nederland nu aan gebonden is op het gebied van asiel en migratie. Tot slot bespreek ik de afschaffing van rechtsbijstand door advocaten in de asielprocedure.
De acute noodsituatie
Het toekomstige kabinet wil een acute noodsituatie uitroepen, om de instroom van asielzoekers en de opvangcrisis te beteugelen. Het uitroepen van een noodsituatie is alleen mogelijk als daarvoor een wettelijke basis is. De partijen willen dan ook een tijdelijke Asielcrisiswet invoeren, waarmee die wettelijke basis zou moeten ontstaan. Deze wettelijke basis is nodig, omdat alleen dan afgeweken kan worden van het respecteren en toekennen van mensenrechten en de Grondwet (zie artikel 103 van de Grondwet). Het in het leven van een dergelijke noodsituatie kan echter alleen in het geval van grote, uitzonderlijke toestanden, zoals een oorlog of de bedreiging van het voortbestaan van de staat, of bijvoorbeeld bij het uitbreken van een pandemie. Hiervan is dan ook gebruik gemaakt tijdens de COVID-19 pandemie in Nederland.
Hoewel de politieke standpunten van de beoogde regering wat betreft asielmigratie duidelijk negatief is, maakt dit niet dat de daadwerkelijke asielinstroom in Nederland juridisch kan worden bestempeld tot een acute noodsituatie. Zeker niet, omdat het asielrecht in Nederland vooral Europese Unierecht is: het recht op asiel is als grondrecht opgenomen in artikel 18 van het Handvest van de Grondrechten van de EU. Het Europese Unierecht voorziet momenteel niet in een bepaling die het recht om asiel aan te vragen kan beperken, bijvoorbeeld ten tijde van een crisis. Dit gaat veranderen als het nieuwe, Europese migratiepact in werking treedt, over twee jaar. Dan zou het uitroepen van een dergelijke noodsituatie mogelijk het door de partijen beoogde effect kunnen hebben, maar ook alleen als de situatie buiten de controle van de lidstaat is ontstaan. Dat laatste is momenteel niet het geval. Daarom acht ik de kans dat de noodsituatie daadwerkelijk wordt uitgeroepen, in werking treedt én het effect heeft dat de partijen beogen, (juridisch) niet groot. Dit is natuurlijk anders als de partijen bereid zijn om zelf wetgeving te overtreden, waarmee de rechtsstaat in verval zou raken.
Het intrekken van de Spreidingswet
Op 23 januari van dit jaar stemde de Eerste Kamer, na veel politiek overleg, in met de Spreidingswet als voorgesteld door (nu nog) staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (en dus asiel), Eric van der Burg. Het toekomstige kabinet wil deze wet nu intrekken.
Allereerst is van belang om op te merken dat de Spreidingswet niets te maken heeft met de instroom van asielzoekers. Het enige dat de Spreidingswet zou doen, is het bespoedigen van een gelijkere verdeling van de opvanglocaties over verschillende gemeenten in Nederland. Dit is en was hoognodig, omdat er nu te weinig opvangplekken zijn en het Gerechtshof Den Haag eind 2022 al heeft geoordeeld dat de opvangomstandigheden voor asielzoekers in Nederland niet voldoen aan mensenrechtelijke standaarden. Ook verwelkomde de gemeente Ter Apel, en andere gemeenten, de wet, omdat zij zo mogelijk wat ontlast werden in het faciliteren van opvangplekken. Het intrekken van de Spreidingswet zal dus niet, zoals de partijen het doen lijken, de asielinstroom en -opvangcrisis, zoals de partijen het noemen, verbeteren. Het enige dat zeker is met de intrekking van de Spreidingswet is dat de opvang van asielzoekers die hier al zijn, alleen maar slechter en onmenselijker wordt.
Opt-out het Europese asielrecht
Het beoogde kabinet wil verder een verzoek indienen bij de Europese Commissie, voor een opt-out zodat Nederland niet meer gebonden is aan de EU-asielwetgeving. Denemarken en Ierland hebben een dergelijke opt-out bedongen. Deze landen hebben dit gedaan voordat ze het Verdrag van Maastricht ratificeerden en zich dus bij de Europese Unie voegden. Een opt-out bedingen na toetreding tot de EU, zoals de partijen nu voorstellen, is nooit eerder voorgekomen en het vereist een verdragswijziging. Dit laatste kan alleen als alle 27 EU lidstaten daarmee instemmen. Dit is een lange procedure, en is bovendien niet heel haalbaar, aangezien het Europese asielsysteem gebaseerd is op gelijke verdeling, en samenwerking tussen de lidstaten. De verwachting is dan ook dat de andere lidstaten hier niet gauw mee zullen instemmen.
Afschaffing van de rechtsbijstand in de asielprocedure
Het laatste voorstel dat ik hier bespreek, is de afschaffing van rechtsbijstand door advocaten in de asielprocedure. Dit is de procedure vanaf de asielaanvraag, tot aan het moment dat de immigratie- naturalisatiedienst (IND) een beslissing heeft genomen op die aanvraag. Tegen een negatieve beslissing kan iemand in beroep gaan bij de rechtbank.
Op dit moment, en de afgelopen jaren, hebben mensen die een asielaanvraag indienen recht op gesubsidieerde rechtsbijstand door een asieladvocaat. Het toekomstige kabinet wil dit afschaffen. In de Europese Procedurerichtlijn is echter opgenomen dat asielzoekers recht hebben op rechtsbijstand gedurende alle fasen van de asielprocedure. Om dit recht kunnen de partijen niet heen en dus zal die rechtsbijstand dan door anderen moeten worden geleverd, het is nog onduidelijk door welke organisatie op het moment van het schrijven van deze blog.
Er is in het verleden meermaals voorgesteld om de bijstand door asieladvocaten in de asielprocedure af te schaffen. Dit vond eerder geen doorgang, omdat het de effectieve rechtsbescherming van asielzoekers ernstig aantast en omdat ook is gebleken dat de bijstand door advocaten het werk van de IND ook juist bevordert. Zo volgt het recht op effectieve rechtsbescherming uit het eerdergenoemde Handvest van de Grondrechten van de EU, als ook uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, en is dit een cruciaal onderdeel van de rechtsstaat.
Het afschaffen van de rechtsbijstand door advocaten tijdens de aanvraagprocedure asiel, gebeurt door een algemene maatregel van bestuur (AMVB), het is namelijk een wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000. Dit betekent dat dit besluit kan worden aangepast, zonder dat dit langs de Tweede en Eerste Kamer hoeft, en dat de regering hier dus juridisch ruimte voor heeft.
Hierbij zal wel moeten worden gekeken naar Europese wet- en regelgeving, en rechtspraak, waaruit volgt dat de effectieve rechtsbescherming van asielzoekers in beginsel is geborgd door rechtsbijstand in de aanvraagfase, maar niet per se door advocaten. Het recht op effectieve rechtsbescherming dat volgt uit artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van Europese Unie houdt met name gesubsidieerde rechtsbijstand door advocaten bij beroepsprocedures, of andere procedures bij een rechter in, en dus (nog) niet tijdens de aanvraagprocedure asiel.
Kort gezegd, is er dus sec juridische ruimte voor het snel afschaffen van de rechtsbijstand door advocaten in de asielprocedure. Echter is uit eerdere pogingen om dit af te schaffen gebleken dat dit juist averechts werkt, ook voor de IND en de toekomstige minister van migratie. Zo oordeelde de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) toentertijd al dat bijstand door andere rechtshulpverleners (niet zijnde advocaten) onvoldoende is om een goede voorbereiding te geven op de gehoren (Advies flexibilisering asielketen (Advies van de adviescommissie vreemdelingenrecht van de NOvA), bijlage bij brief van de NOvA (supra noot 2) 2018, p. 7-8.). Ook is er een voordeel, omdat mensen die asiel zoeken een advocaat wegens hun onafhankelijkheid makkelijker kunnen vertrouwen, wat van groot belang kan zijn bij bijv. traumatische of gevoelige onderwerpen en dit kan de gehele asielprocedure ten goede komen.
Hoe dan ook, heeft het nieuwe kabinet grote plannen rondom asielmigratie. Hiervan kan zeker een deel niet worden gerealiseerd, zoals uit bovenstaande volgt. Voor de veranderingen die, juridisch gezien, wel kunnen worden doorgevoerd, is het afwachten of het kabinet die ook echt door zal zetten en hoe deze er precies uit zullen komen te zien. De advocaten van onze sectie migratierecht houden de veranderingen in ieder geval nauwgezet in de gaten.
Mocht u naar aanleiding van deze blog vragen of opmerkingen hebben, kunt u contact opnemen met mr. Zeven via zeven@cleerdin-hamer.nl.