Slapend dienstverband verleden tijd?
12 november 2019
Door: Bianca Hampsink
Op 8 november 2019 heeft de Hoge Raad antwoord gegeven op de door de rechtbank Limburg gestelde prejudiciële vragen met betrekking tot het zogeheten ‘slapend dienstverband’.
Kort gezegd heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een werkgever desgevraagd zijn medewerking dient te verlenen aan een voorstel van de werknemer om een dienstverband te beëindigen wegens langdurige arbeidsongeschiktheid én de transitievergoeding aan de werknemer uit te keren. De Hoge Raad roept daarmee feitelijk een halt toe aan de slapende dienstverbanden.
Goed werkgeverschap
Bij arbeidsongeschiktheid van een werknemer is het de werkgever gedurende de eerste twee jaar in beginsel niet toegestaan de werknemer te ontslaan. Gedurende die periode is de werkgever dan ook verplicht het loon, althans minimaal 70% daarvan, door te betalen. Na deze periode bestaat die verplichting niet meer en staat het de werkgever vrij om de werknemer te ontslaan. In het geval van een dergelijk ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid heeft de werknemer echter wel recht op de wettelijke transitievergoeding. Om deze transitievergoeding te kunnen ‘ontlopen’ hebben veel werkgevers er voor gekozen om hun werknemer daarom ook na twee jaar arbeidsongeschiktheid nog in dienst te houden.
Als gezegd heeft de Hoge Raad nu dus geoordeeld dat op initiatief van de werknemer de werkgever in een dergelijk geval op grond van goed werkgeverschap dient mee te werken een de beëindiging van het dienstverband en aan de uitkering van de transitievergoeding. De Hoge Raad heeft verder geoordeeld dat op het uitgangspunt van verplichte medewerking aan de beëindiging van de arbeidsovereenkomst wel een uitzondering kan worden gemaakt indien de werkgever een gerechtvaardigd belang heeft bij instandhouding van de arbeidsovereenkomst. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als er reële re-integratiemogelijkheden voor de werknemer blijken te bestaan. De Hoge Raad heeft expliciet overwogen dat zo’n belang niet kan zijn gelegen in de omstandigheid dat de werknemer op het moment dat hij zijn beëindigingsvoorstel doet, de pensioengerechtigde leeftijd bijna heeft bereikt.
Wet compensatie Transitievergoeding
Voor werkgevers is van belang dat de Wet compensatie transitievergoeding op 1 april 2020 in werking treedt. Werkgevers kunnen vanaf 1 april 2020 bij het UWV een aanvraag indienen voor de compensatie bij ontslag wegens langdurige ziekte. De compensatieregeling geldt voor transitievergoedingen die op of na 1 juli 2015 zijn betaald. Daar deze wet nog niet in werking is getreden, dienen werkgevers de transitievergoeding na ontslag wegens langdurige ziekte voor te financieren. De Hoge Raad heeft in deze uitspraak tevens bepaald dat als de werkgever aannemelijk maakt dat die voorfinanciering leidt tot ernstige financiële problemen, de rechter kan beslissen dat betaling aan de werknemer in termijnen plaatsvindt of wordt opgeschort tot na 1 april 2020. Vanaf 1 april 2020 geldt echter dat voor een aanvraag op grond van de Wet compensatie transitievergoeding vereist is dat de volledige vergoeding aan de werknemer is voldaan. Dit verplicht de werkgever alsdan tot voorfinanciering.
Opgemerkt zij dat indien een werkgever de werknemer na een slapend dienstverband alsnog ontslaat, de duur van het slapende dienstverband meetelt bij de berekening voor de hoogte van de transitievergoeding. De opgebouwde transitievergoeding tijdens de periode van het slapend dienstverband wordt niet gecompenseerd.
Transitievergoeding
De berekening van de transitievergoeding wijzigt met ingang van 1 januari 2020, maar bedraagt ook dan nog ruwweg 1/3 bruto maandsalaris per dienstjaar.
Conclusie
De uitspraak van de Hoge Raad biedt werknemers die langer dan twee jaar arbeidsongeschikt zijn de mogelijkheid om aan hun werkgever voor te stellen de arbeidsovereenkomst formeel te beëindigen en in dat verband met succes aanspraak te maken op de transitievergoeding. Aldus kan voortaan worden voorkomen dat werknemers voor onbepaalde ‘gevangen’ blijven in een slapend dienstverband dat alleen nog maar op papier bestaat.
Bent u als werknemer inmiddels twee jaar of langer arbeidsongeschikt en acht u een terugkeer op de werkplek niet langer reëel? Of heeft u als werkgever vragen over de compensatieregeling na langdurige ziekte? Neemt u dan contact op met één van onze arbeidsrechtadvocaten om uw mogelijkheden te bespreken, waaronder de mogelijkheid uit dienst te treden en met succes aanspraak te maken op de transitievergoeding.