Rijbewijs ingevorderd? Snel handelen loont!
15 mei 2024
Door: Nikki Alberts
De invordering van het rijbewijs kan kort gezegd via twee wegen geschieden, een strafrechtelijke invordering door de politie en officier van justitie of een invordering wegens een procedure bij het CBR. Vaststaat dat de invordering van uw rijbewijs nooit op een geschikt moment zal plaatsvinden en dat u het rijbewijs zo spoedig mogelijk terug wenst te krijgen. Om dat te kunnen bewerkstelligen is van belang op korte termijn te handelen. In deze blog geef ik u meer informatie over de mogelijkheden.
Uw rijbewijs kan worden ingevorderd na diverse verkeersovertredingen. De gevallen waarbij het rijbewijs wordt ingevorderd worden benoemd in artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994. Ook wordt in dit wetsartikel geformuleerd dat u in die gevallen verplicht bent tot overgifte van het rijbewijs. Daarbij kan gedacht worden aan:
- Rijden onder invloed van alcoholhoudende drank (met een invorderingsgrens van 570 ug/l dan wel 350 uh/l bij beginnende bestuurders);
- Rijden onder invloed van verdovende middelen (in afwachting van de uitslag van het bloedonderzoek);
- Te hard rijden (het overschrijden van de maximumsnelheid van meer dan 50 kilometer per uur);
- Indien door de verkeersovertreding de veiligheid op de weg ernstig in gevaar is gebracht.
Zodra de zogenoemde invorderingsgrens is overschreden, zal het rijbewijs worden ingevorderd door de politie en worden opgestuurd naar het CVOM, welke onderdeel is van het Openbaar Ministerie. De officier van justitie heeft volgens de wet 10 dagen om een beslissing te nemen over de inhouding van het rijbewijs. Lukt dit niet binnen 10 dagen, dan dient het rijbewijs aan u te worden teruggegeven. In de meeste gevallen zult u echter binnen 10 dagen een beslissing tot inhouding van het rijbewijs ontvangen. Binnen deze termijn kan contact worden gezocht met het CVOM door een verzoek tot teruggave in te dienen. Een advocaat kan u daarbij helpen.
Zodra de inhoudingsbeslissing is genomen door het CVOM ontvangt u daarover een brief. In dat geval wenst het CVOM het rijbewijs niet direct terug te geven en zal daaraan een termijn worden gekoppeld van bijvoorbeeld twee, vier of zeven maanden. De officier van justitie zal het rijbewijs inhouden voor de duur van een (later) op te leggen ontzegging van de rijbevoegdheid. De duur van inhouding is van verschillende factoren afhankelijk, bijvoorbeeld of sprake is van recidive. Ook speelt mee in welke mate de vermeende overtreding is begaan, bijvoorbeeld of u 50 of 80 kilometer per uur harder heeft gereden dan de toegestane maximumsnelheid. Om het rijbewijs eerder terug te krijgen kunt u een klaagschriftprocedure starten. In dat geval wordt een klaagschrift ingediend bij de rechtbank en zal aan de rechter worden verzocht het rijbewijs alsnog terug te geven, in afwachting van de verdere behandeling van de strafzaak. Het klaagschrift wordt in de meeste gevallen op zitting behandeld. Nu het plannen van een dergelijke zitting even kan duren is het noodzakelijk om voornoemde procedure zo spoedig mogelijk in gang te zetten. Let op: bij een klaagschriftprocedure wordt over het algemeen de strafzaak nog niet inhoudelijk behandeld. Voor de inhoudelijke beoordeling van de verkeersovertreding zal in veel gevallen nog een OM-hoorgesprek of zitting worden gepland. Ook daarbij kan een advocaat u adviseren en/of van rechtsbijstand voorzien.
Een advocaat – gespecialiseerd in verkeersstrafrecht – kan u in deze gehele procedure bijstaan, zowel via van overheidswege gesubsidieerde rechtsbijstand (de zogenoemde toevoeging) als op betalende basis. Neem vooral contact op voor een vrijblijvend intakegesprek!