Recht op thuiswerken tijdens corona?
22 juni 2020
Door: Bianca Hampsink
De overheid heeft werkgevers geadviseerd om werknemers zoveel mogelijk thuis te laten werken tijdens de coronacrisis. Hier wordt veelvuldig gebruik van gemaakt, echter zijn er ook werkgevers die vanwege diverse redenen graag willen dat werknemers toch weer op werk verschijnen.
Een in de praktijk veel gehoorde vraag is of een werkgever kan eisen dat de werknemer weer naar werk komt en niet meer thuis mag werken. Over dit “recht op thuiswerken tijdens corona” heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland zich in een uitspraak van 16 juni 2020 uitgesproken.
De casus
Een medewerkster van VoC Grootkeukens te Huizen werkt sinds 15 maart 2020 op uitdrukkelijke instructie van haar werkgever tot nader order thuis om de “mogelijkheid op besmetting met het coronavirus zo klein mogelijk te maken”.
De medewerkster ontvangt op 11 april 2020 een WhatsAppbericht van haar leidinggevende met de tekst: “Graag as dinsdag de werkzaamheden op kantoor hervatten.gr”
Zij is op 14 april 2020 naar het werk gekomen, maar heeft in de middag om toestemming gevraagd om alsnog thuis te mogen werken. Dit omdat er op een gegeven moment “4 man sterk bij mij op kantoor staat”. VoC Grootkeukens heeft die toestemming verleend, maar onder het voorbehoud dat de medewerkster wel naar kantoor moet komen als dat noodzakelijk is: “Is zover oke, m indien nodig graag op de zaak komen als dit noodzakelijk is, belangrijk zoals gezegd korte lijnen. (…)”
Bij e-mail van 6 mei 2020 heeft de directe van VoC Grootkeukens aangekondigd dat iedereen vanaf maandag 11 mei 2020 weer op de zaak moet werken. Dit met inachtneming van diverse veiligheids- en hygiëneinstructies.
De medewerkster kan deze aankondiging niet plaatsen, nu premier Rutte diezelfde dag nog op de persconferentie adviseerde om zoveel mogelijk thuis te werken. Zij heeft haar werkgever daarom gevraagd of de e-mail van 6 mei 2020 van VoC Grootkeukens nog wordt aangepast. Mocht dit niet zo zijn, dan verzoekt zij haar werkgever om schriftelijk te motiveren welke zwaarwegende bedrijfsbelangen er zijn “die het negeren van het overheidsadvies om thuis te werken rechtvaardigen en de gezondheid van de werknemers in gevaar te brengen.”
Partijen hebben hierna met elkaar gecorrespondeerd. Uiteindelijk heeft VoC Grootkeukens zich op het standpunt gesteld dat de medewerkster redelijke opdrachten, zoals het verschijnen op de werkplek, dient op te volgen.
Kort geding
De medewerkster heeft hierop haar werkgever in kort geding gedagvaard. Zij stelt zich op het standpunt zij vanwege de huidige coronacrisis en op grond van de Wet flexibel werken, toestemming heeft gevraagd en gekregen van VoC Grootkeukens om thuis te werken. Subsidiair vordert zij dat haar arbeidsplaats, in ieder geval tot 1 september 2020, de datum tot wanneer vooralsnog de overheidsmaatregelen in verband met de Coronacrisis gelden, in die zin wordt gewijzigd dat zij thuis mag werken. Door haar niet thuis te laten werken handelt VoC Grootkeukens in strijd met goed werkgeverschap, haar instructiebevoegdheid en zorgplicht.
Het oordeel van de rechter
De kantonrechter gaat vrij snel voorbij aan de primaire vordering, omdat de Wet Flexibel werken in beginsel niet van toepassing is op ondernemingen met minder dan 10 werknemers zoals VoC Grootkeukens.
Voor wat betreft de wijziging van haar arbeidsplaats tot 1 september 2020, oordeelt de kantonrechter dat niet aannemelijk is geworden dat VoC Grootkeukens de verplichtingen die voortvloeien uit goed werkgeverschap, haar instructiebevoegdheid en/of de zorgplicht zou hebben geschonden.
VoC Grootkeukens heeft uitvoerig uiteengezet dat zij in verband met de Coronacrisis meerdere maatregelen heeft genomen om een veilige werkplek te waarborgen. Dit blijkt uit de e-mail van 6 mei 2020 waarin instructies staan beschreven en werkplekken zijn toebedeeld aan werknemers. Ter zitting heeft VoC Grootkeukens daar nog verder over verklaard dat zij bijvoorbeeld het aantal stoelen in de kantine heeft teruggebracht, dat er op meerdere plekken ontsmettingsmiddelen staan en dat is geprobeerd om iedere werknemer een eigen kantoorruimte te geven. Dit alles is op zich niet bestreden door de medewerkster. Hiermee is naar het oordeel van de kantonrechter ook op voorhand aannemelijk geworden dat VoC Grootkeukens passende Corona-maatregelen heeft genomen. Dat de medewerkster op 14 april 2020 zou hebben ervaren dat maatregelen niet werden nageleefd, betekent niet dat sprake is van een onveilige werkplek. Dit lijkt eerder een incident te zijn geweest in de net opstartende fase van het weer op kantoor komen werken.
VoC Grootkeukens heeft bovendien uitgelegd dat het nodig is dat haar werknemers aanwezig zijn op de werkplek vanwege onder meer het aannemen van pakketten en het verwerken en verzenden van bestellingen. Korte lijnen zijn voor VoC Grootkeukens van belang. Daarnaast begeleidt de medewerkster een collega. Gelet op de werkdruk bij de twee directe collega’s van de werkneemster kunnen deze werkzaamheden niet alleen aan hen worden overgedragen. Bovendien zijn de werkzaamheden niet vooraf te plannen, omdat die voortkomen uit geplaatste bestellingen. Een bestelling moet bovendien vaak dezelfde dag nog worden verzonden, zodat clusteren van werkzaamheden op één dag of het spreiden van werktijden niet (altijd) mogelijk is. Dit alles moet volgens VoC Grootkeukens ook worden gezien tegen de achtergrond van het weer open gaan van horeca vanaf 1 juni 2020, waardoor de zaken weer aantrekken na een stillere periode.
De kantonrechter acht het aannemelijk dat VoC Grootkeukens de medewerkster nodig heeft op de werkvloer. De kantonrechter overweegt dat het zeer algemeen geformuleerde overheidsadvies over zoveel mogelijk thuis werken, niet zover ingrijpt op deze specifieke rechtsverhouding dat de medewerkster daaruit een ‘recht op thuis werken’ kan putten. Haar standpunt dat dit overheidsadvies de instructiebevoegdheid van VoC Grootkeukens inperkt en/of op grond van redelijkheid en billijkheid zonder meer door een goed werkgever moet worden gevolgd, houdt volgens deze kantonrechter geen stand. De medewerkster dient dan ook gehoor te geven aan de oproep van haar werkgever om weer op werk te verschijnen.
Conclusie
Een algemeen recht op thuiswerken op basis van het overheidsadvies tijdens de coronacrisis lijkt dan ook niet te bestaan. Dit is altijd afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waaronder de maatregelen die de werkgever heeft genomen en de noodzaak om op werk aanwezig te zijn.
Heeft u vragen over uw rechten en plichten tijdens de coronacrisis? Neemt u dan contact op met één van onze arbeidsrechtadvocaten.