Overleveringswet gewijzigd | Cleerdin & Hamer Advocaten

Overleveringswet gewijzigd

14 oktober 2024

Per 1 oktober 2024 is de Overleveringswet op belangrijke punten gewijzigd. De achtergrond daarvan is dat de oude Overleveringswet op bepaalde punten niet in overeenstemming was met de Europese wetgeving die daaraan ten grondslag ligt. Daar beoogt de wetswijziging verandering in te brengen.

Een belangrijke wijziging is dat de rechtbank vanaf 1 oktober bevoegd is te beslissen of de opgeëiste persoon in verzekering moet blijven tot het moment waarop over de gevangenhouding wordt beslist. De rechter die beslist over de inverzekeringstelling beslist ook op het schorsingsverzoek dat door uw advocaat kan worden gedaan. Personen die in Amsterdam en op Schiphol zijn aangehouden in verband met een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) worden naar de rechtbank gebracht om daar te worden gehoord door deze rechter. Personen die daarbuiten zijn aangehouden worden via videoverbinding gehoord. De advocaat mag bij de rechtbank aanwezig zijn of op het politiebureau waar de opgeëiste persoon zich bevindt.

De wet is ook ten aanzien van de verkorte procedure gewijzigd. De opgeëiste persoon kan bij een rechtbank de verklaring kan afleggen dat hij instemt met zijn onmiddellijke overlevering. Vanaf 1 oktober kan deze verklaring in de termijn van de inverzekeringstelling worden gedaan bij elke rechtbank in Nederland. Hierna kan deze verklaring alleen worden afgelegd bij de rechtbank Amsterdam, uiterlijk op de dag vóór de zittingsdag waarop de rechtbank het EAB behandelt. Nadat deze verklaring is afgelegd kan de overleveringsdetentie in beginsel nog maximaal 20 dagen duren.

Als iemand akkoord gaat met de onmiddellijke overlevering en dus kiest voor de verkorte procedure, kan hij besluiten afstand te doen van het specialiteitsbeginsel. Dit beginsel beschermt de opgeëiste persoon tegen vervolging, bestraffing of vrijheidsbeneming voor feiten waarvoor de overlevering niet is toegestaan en die zijn gepleegd vóór de feitelijke overlevering.

Als afstand is gedaan van de bescherming van het specialiteitsbeginsel, betekent dit dat de autoriteiten van het land dat om de overlevering heeft gevraagd, de overgeleverde persoon kunnen vervolgen, bestraffen of zijn vrijheid kunnen benemen voor feiten die zouden zijn gepleegd vóór de feitelijke overlevering en waarvoor de overlevering niet werd toegestaan.

Wanneer geen afstand is gedaan van de bescherming van het specialiteitsbeginsel moet het land dat om overlevering heeft verzocht en de opgeëiste persoon na feitelijke overlevering wil vervolgen voor andere feiten dan waarvoor de overlevering is toegestaan terwijl deze feiten zijn gepleegd voor de feitelijke overlevering, aanvullende toestemming vragen aan de rechtbank Amsterdam. De overgeleverde persoon moet de mogelijkheid krijgen om zijn standpunt hierover kenbaar te maken aan de rechtbank Amsterdam. Dit standpunt kan ook door de advocaat worden overgebracht.

Een andere belangrijke wijziging heeft zich voorgedaan in de artikelen die zien op de weigering van de overlevering en overname van de buitenlandse straf (bij een executie-EAB) en het al dan niet eisen van een terugkeergarantie (bij een vervolgings-EAB). Het is niet langer voldoende dat de opgeëiste persoon de Nederlandse nationaliteit heeft dan wel dat hij wordt gelijkgesteld met een Nederlander. Daarnaast bestaat nu een aanvullend vereiste: de opgeëiste persoon moet zodanige banden hebben met Nederland dat vanuit het oogpunt van sociale re-integratie de tenuitvoerlegging van de straf beter in Nederland kan plaatsvinden dan in het land waar de desbetreffende persoon is veroordeeld.

Relevante factoren bij de beoordeling hiervan zijn onder meer het bestaan van familiebanden, taalkundige, culturele, sociale en economische banden met Nederland en die met het land dat om overlevering heeft verzocht.

De Overleveringswet bevat nog andere wijzigingen, hieronder kunt u contact opnemen met Nola Delsing of een van onze andere specialisten op het gebied van de overlevering.

Recente berichten

Strafrecht

Familierecht

Civiel recht

Bestuursrecht