PERSVERKLARING | Cleerdin & Hamer Advocaten

Persverklaring in de zaak van Quincy Promes

16 februari 2024

Op 14 februari 2024 heeft de rechtbank in Amsterdam Quincy Promes schuldig bevonden aan betrokkenheid bij cocaïnesmokkel en hem daarvoor een gevangenisstraf van 6 jaar opgelegd. Client ontkent op enigerlei wijze betrokken te zijn geweest bij deze cocaïnesmokkel.

De verdediging kan zich dan ook niet verenigen met het oordeel van de rechtbank Amsterdam en zal namens cliënt in hoger beroep gaan. Dat betekent dat het vonnis van de rechtbank niet definitief is. Het gerechtshof Amsterdam zal na het instellen van het hoger beroep als tweede feitelijke instantie de strafzaak van cliënt geheel opnieuw beoordelen. Wij zullen de komende periode gebruiken om het vonnis zorgvuldig te bestuderen en onze grieven en nadere onderzoekswensen aan het gerechtshof Amsterdam kenbaar te maken. Zolang deze zaak onder de rechter is zullen er verder geen inhoudelijke vragen worden beantwoord. Wij zullen onze grieven tijdens een nog te plannen openbare zitting tegenover het gerechtshof nader toelichten. Tenslotte willen wij benadrukken dat zolang het oordeel van de rechter niet definitief is, iedere verdachte in Nederland voor onschuldig moet worden gehouden. Dat geldt ook voor de heer Promes.

Sophie Hof en Robert Malewicz

Press statement

On Feb. 14, 2024, the court in Amsterdam found Quincy Promes guilty of involvement in cocaine smuggling and sentenced him to six years in prison. Our client denies having been involved in this cocaine smuggling in any way.

The defense therefore cannot agree with the verdict of the District Court of Amsterdam and will appeal on behalf of our client. This means that the court’s verdict is not final. The Amsterdam Court of Appeal, as the second factual instance after the appeal has been filed, will completely reassess our client’s criminal case. We will use the coming period to carefully study the verdict and make our grievances and further investigation wishes known to the Amsterdam Court of Appeal. Until the verdict is final, no further substantive questions will be answered. We will further explain our grievances to the Court of Appeal during a yet to be scheduled public hearing. Finally, we would like to emphasize that as long as the judge’s verdict is not final, every suspect in the Netherlands must be presumed innocent. This also applies to Mr. Promes.

Sophie Hof and Robert Malewicz

Recente berichten

Strafrecht

Familierecht

Civiel recht

Bestuursrecht