Recht op transitievergoeding ook na beëindiging slapend dienstverband
15 november 2022
Door: Lisa Bosscher
Goed nieuws van de Hoge Raad voor werkgevers en werknemers: het recht op compensatie van de wettelijke transitievergoeding bestaat ook na beëindiging van een slapend dienstverband op of na 1 juli 2015, waarbij de wachttijd al is verstreken vóór 1 juli 2015 – het moment dat het recht op de transitievergoeding werd ingevoerd
Stel, je bent 35 jaar in dienst bij je werkgever, een groot bedrijf. Je wordt ziek en ondanks jarenlang proberen, lukt het als gevolg van medische redenen niet om terug te keren.
Inmiddels ben je bijna 40 jaar in dienst en zou je na beëindiging van het dienstverband wegens langdurige arbeidsongeschiktheid recht hebben op de maximale transitievergoeding. Je werkgever wil je arbeidsovereenkomst echter niet beëindigen en wenst het dienstverband in plaats daarvan ‘slapend’ te houden. Dat betekent dat de arbeidsovereenkomst formeel nog bestaat, maar de werkgever geen loon meer hoeft te betalen, omdat die verplichting na het verstrijken van de wachttijd (meestal na twee jaar ziekte) vervalt. Wat overblijft, is een lege huls.
Dit overkwam een cliënte van onze arbeidsrechtadvocaat Lisa Bosscher. De reden dat de werkgever het dienstverband slapend wenste te houden, is dat de werkgever vreesde dat de transitievergoeding mogelijk niet gecompenseerd zou worden door UWV op basis van de Regeling compensatie transitievergoeding. Op basis van deze regeling kunnen werkgevers compensatie aanvragen bij UWV voor de transitievergoeding die zij hebben betaald aan een werknemer die meer dan twee jaar ziek is. In dit geval was de werkneemster twee jaar arbeidsongeschikt vlak voordat het recht op de wettelijke transitievergoeding in de wet kwam te staan (1 juli 2015) en heeft zij daarna nog enige tijd gere-integreerd. Lange tijd was onduidelijk of de werkgever in dat geval aanspraak kon maken op compensatie.
Lisa Bosscher heeft de werkneemster eerst bijgestaan bij de kantonrechter en vervolgens bij het gerechtshof. Daarna heeft de werkneemster cassatie ingesteld met behulp van een daarvoor verplichte cassatieadvocaat, de heer M.J. van Basten Batenburg. De Hoge Raad heeft in haar zaak op 11 november 2022, in lijn met de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 1 juni 2022, beslist dat werkgevers ook compensatie kunnen ontvangen voor slapende dienstverbanden van vóór 1 juli 2015.
Goed nieuws dus voor werkgevers en voor werknemers wiens wachttijd vóór 1 juli 2015 is verstreken en de b-grond van art. 7:669 lid 3 BW ook toen al voldragen was (de ‘diepslapers’), en bij werknemers wiens wachttijd vóór invoering van de Wwz is verstreken, maar de b-grond daarna voldragen is geraakt (de ‘semi-diepslapers’). Werkgevers kunnen in de meeste gevallen de arbeidsovereenkomst beëindigen, de wettelijke transitievergoeding betalen en daarvoor compensatie ontvangen.
Bij vragen over dit onderwerp kun je contact opnemen met Lisa Bosscher of met één van onze andere arbeidsrechtadvocaten.
Het arrest van de Hoge Raad van 11 november 2022 kan worden geraadpleegd via deze link.