Pedojagers hebben de wet aan hun zijde | Cleerdin & Hamer Advocaten

Pedojagers hebben de wet aan hun zijde

27 november 2020

De laatste tijd is er in het nieuws veel aandacht voor ‘pedojagers’. De discussie over burgers die zelf de ‘jacht’ openen op kindermisbruikers barstte in alle hevigheid los nadat er vier minderjarigen werden aangehouden op verdenking van de fatale mishandeling van de 73-jarige Jan uit Arnhem. Zijn overlijden zou het gevolg zijn van een uit de hand gelopen ‘pedojacht’.

Vanaf juli van dit jaar zijn er al 250 incidenten geweest met pedojagers. De politie, het Openbaar Ministerie (OM) en Minister Grapperhaus maken zich – terecht – zorgen dat het nog verder uit de hand gaat lopen en roepen om het hardst dat pedojagers direct moet stoppen. Maar deze oproep is in mijn ogen ‘too little, too late’. De geschiedenis wijst uit dat juist de politie, het OM en de politiek aan de wieg hebben gestaan van de opkomst van het pedojagen. Hoe zit dat precies?

De lokpuber: een mislukt experiment

Bij de opsporing van digitale kinderlokkers heeft de politie rond 2010 geëxperimenteerd met de inzet van ‘lokpubers’. Dat zijn politieagenten die zich in chatboxen en op andere plaatsen online voordoen als jongens en meisjes van onder de 16 jaar om zo volwassenen te treffen die aansturen op een persoonlijke ontmoeting om seks te hebben of seksueel getinte foto’s te maken. Dit wordt ook wel grooming of digitaal kinderlokken genoemd.

Door deze manier van opsporen van pedo’s door de politie hebben rechters in het verleden een dikke streep gezet. Het chatten en plannen van een ontmoeting met de bedoeling seks met een minderjarige te hebben was toen namelijk alleen strafbaar als de gesprekken ook echt werden gevoerd met iemand die onder de 16 jaar was. Politieagenten die zich als 16-minners voordeden, waren dat natuurlijk in werkelijkheid niet en daardoor kon de rechter niet tot een veroordeling komen. Noodgedwongen is toen de inzet van lokpubers door de politie gestaakt.

Nieuwe wetgeving opent deuren voor pedojagers

Het OM liet het daar niet bij zitten en maakte zich hard voor een verandering van de strafwet. En met succes. Per 1 maart 2019 is het digitaal voorstellen van een ontmoeting met de bedoeling seks te hebben of seksueel getinte beelden te maken ook strafbaar als er contact is geweest met iemand die zich voordoet als 16-minner maar dat in werkelijkheid niet is. De inzet van lokpubers door de politie bij de opsporing van digitale kinderlokkers is daarmee (weer) mogelijk geworden. Een ontwikkeling waar op het eerste gezicht weinig mis mee is.

Maar tijdens de behandeling van deze nieuwe wetsbepaling in het parlement is er vanuit verschillende hoeken al voor gewaarschuwd dat deze zo is vormgegeven dat grote problemen te voorzien zijn.[1] Zo maakt de wet niet duidelijk binnen welke grenzen het door een lokpuber gezocht contact moet blijven wil het geen uitlokking zijn en zo nog met succes voor grooming of digitaal kinderlokken te kunnen vervolgen. Ook schept de wet niet alleen voor politieagenten de mogelijkheid om zich als 16-minner voor te doen, maar voor iedereen.[2] Pedojagers maken met andere woorden gewoon gebruik van de opening die de wetgever zelf bewust heeft gecreëerd. Dat valt hen moeilijk kwalijk te nemen.

Regeren is vooruitzien

Het fenomeen pedojagen is anno 2020 flink in opkomst en neemt ook steeds professionelere vormen aan. Groepen met verontruste burgers verenigen zich in clubs met namen als ‘Jagers030’ en ‘PedohunterZ.nl’, die op zijn beurt weer verschillende lokale afdelingen kent. Zij zien het als hun burgerplicht om kinderen te beschermen en vinden dat de politie te weinig doet. Ook na de oproep van politie, OM en de Minister zijn zij niet van plan om te stoppen. En dat is dus hun goed recht!

Mijn voorspelling is dat we de komende tijd nog veel over pedojagen gaan horen en dat deze bewegingen alleen maar gaan groeien. Daar valt nu ook weinig meer tegen te doen. Dat hadden politie, OM en de politie zich moeten bedenken voor invoering van de wetswijziging die er bij hoog en bij laag moest komen. De pogingen die worden gedaan om het tij nu nog te keren is in mijn ogen vechten tegen de bierkaai. Er kan beter worden geïnvesteerd in het bestrijden van excessen, waarbij geweld of andere strafbare feiten worden gepleegd bij de confrontatie. Laat de politie en het OM verder hun energie steken in het voorlichten van burgers, zeker de georganiseerde groeperingen, over hoe zij het best te werk kunnen gaan! Wie weet waar samenwerking allemaal toe kan leiden.

[1] ZIE HET ‘AANVULLEND ADVIES WETSVOORSTEL COMPUTERCRIMINALITEIT III’, VAN RAAD VOOR DE RECHTSPRAAK VAN 15 OKTOBER 2014, P. 3.[2] C. GRIJSEN, B.J. POLMAN EN A. DE LANGE, “DE UITBREIDING VAN DE STRAFBAARSTELLING VAN GROOMING MET DE INZET VAN DE LOKPUBER TOT DOEL: HET VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN ARTIKEL 248E SR ALS EEN WOLF IN SCHAAPSKLEREN”, IN: STRAFBLAD 2017.

Recente berichten

Strafrecht

Familierecht

Civiel recht

Bestuursrecht