Nieuwe wet seksuele misdrijven
24 mei 2024
Door: Samuel de Leon
Op 1 juli 2024 gaat de nieuwe wet seksuele misdrijven in. Een van de grootste veranderingen die deze nieuwe wet teweeg zal brengen is de toevoeging van de strafbaarheid van schuldaanranding en -verkrachting. Dit maakt dat slachtoffers in meer gevallen aangifte kunnen doen van aanranding en verkrachting.
In het huidige artikel 242 Sr. staat beschreven dat verkrachting bestaat uit het iemand dwingen al dan niet met geweld om handelingen te ondergaan die bestaan of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van iemand. Momenteel is het dus alleen mogelijk iemand te veroordelen voor verkrachting wanneer sprake is van opzet én dwang. In de nieuwe wet wordt hier zoals gezegd een schuld variant aan toegevoegd. Maar niet alleen dat verandert. Ook wordt het vereiste van dwang uit de wet gehaald. Dit wordt in de nieuwe situatie een strafverzwarende omstandigheid.
Opzetverkrachting
Bij het nieuwe artikel van opzetverkrachting zal het erom gaan dat het niet anders kan dan dat de dader wetenschap heeft (gehad) van de afwezigheid van de wil van de ander om seksuele handelingen te verrichten waarbij het lichaam wordt binnengedrongen. Doordat dwang niet meer is vereist verlaagt dit de bewijsdrempel. De maximale straf die voor opzetverkrachting zonder dwang staat is 9 jaar gevangenisstraf.
In plaats van dwang zal nu dus de wilsvrijheid (consent) centraal gaan staan. Dit geldt bij alle vormen van verkrachting. Voor opzetverkrachting geldt dat het ontbreken van de wil bij het slachtoffer kan blijken uit bepaalde contra-indicaties. Deze contra-indicaties bestaan uit meer dan het zeggen van ‘nee’ of andere woorden waaruit blijkt dat er geen toestemming wordt gegeven. Het kan ook bestaan uit duidelijke uiterlijk waarneembare signalen, zoals het wegduwen wegdraaien of de ‘bevriezingsreactie’. Ook zijn er specifieke situaties die kunnen duiden op het ontbreken van de wil. Het zal dan gaan om de volgende situaties:
- Situaties van lichamelijke of geestelijke onmacht waardoor geen vrije wil kan worden gevormd. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan iemand die in slaap is of zich bevindt in een alcohols- of drugsroes.
- Onverhoeds handelen. Dat wil zeggen het totaal onverwachts overgaan tot seksuele handelingen.
- Wetenschap van een ontbrekende wil kan ook aan de orde zijn wanneer er een ongelijkwaardige verhouding is tussen de betrokken personen. Hierbij kan worden gedacht aan een werksituatie waarbij een van de twee een hogere functie heeft of een professionele hulp- of zorgverleningsrelatie. Er wordt in zo’n situatie aangenomen dat de wil van de ondergeschikte onder sterke invloed staat van de bovengeschikte waardoor er geen sprake kan zijn voor een vrije wilsvorming. Alleen bij hoge uitzondering kan hiervan toch sprake zijn.
Schuldverkrachting
Bij het nieuwe artikel betreffende schuldverkrachting is de maximumstraf 4 jaar gevangenisstraf. Het gaat er hierbij om dat de verdachte de duidelijk waarneembare aanwijzingen (contra-indicaties) voor een ontbrekende wil totaal verkeerd heeft ingeschat en er ten onrechte van uit is gegaan dat de wil tot het seksuele contact bij de ander aanwezig was. In plaats van af te zien van de seksuele handelingen of eerst een vraag te stellen is er toch doorgegaan. Er had meer onderzoek gedaan moeten worden.
Ook bij schuldverkrachting spelen contra-indicaties een belangrijke rol. Het ernstige vermoeden dat de wil ontbreekt kan namelijk hieruit blijken. Bij de schuldvariant kunnen de contra-indicaties bestaan uit een onzekere, weifelende houding of een bevriezingsreactie. Daarnaast kan het ontbreken van de wil blijken uit dezelfde specifieke situaties als benoemd bij opzetverkrachting. De lichamelijke- of geestelijke onmacht en een ongelijkwaardige verhouding. Indien er sprake is van deze contra-indicaties kan van iemand op zijn minst worden verwacht dat hij extra onderzoek doet naar de wil van de ander. Dit kan bijvoorbeeld door het stellen van de simpele vraag of alles nog goed gaat. Dit duidt er ook op dat niet van tevoren alles afgesproken hoeft te worden en als het ware een contract aangegaan moet worden. De plicht om onderzoek te doen komt pas om de hoek kijken wanneer deze contra-indicaties zich voordoen.
Wat betekent dit nu voor de praktijk?
Door de invoering van de nieuwe wet wordt het bereik van de strafbaarstelling van verkrachting een stuk groter. Echter, de vraag bestaat of het bereik niet te groot wordt. Seksuele communicatie is namelijk niet altijd even duidelijk en veel gebeurt in het moment, op basis van aannames. Daarnaast is de grens tussen opzet- en schuldverkrachting door het gebruik van dezelfde contra-indicaties momenteel nog erg vaag. Deze vage grens kan echter ook mogelijkheden bieden. Voor duidelijke grenzen is het nu dus nog wachten op de eerste uitspraken van de rechter op dit gebied.
Verdachte óf slachtoffer?
Wordt u verdacht van een zedenfeit of bent u hier slachtoffer van geworden? Neem gerust met ons contact op om uw zaak te bespreken.