Lentekriebels
30 april 2019
Door: Aram Sprey
De lente is begonnen. De dagen worden langer, alles groeit en bloeit en de terrassen zitten na de koude wintermaanden weer gezellig vol. De zonnige maanden komen eraan en daar wordt zichtbaar van genoten. Nu denkt u wellicht: Wat heeft dit met strafrecht te maken? Logische gedachte, want op zichzelf heeft de lente natuurlijk weinig van doen met het strafrecht. Toch is het begin van het voorjaar en het vooruitzicht van de warme lente- en zomermaanden voor mij aanleiding deze blog te schrijven.
Lente- en zomerdelicten
In deze blog bespreek ik namelijk kort een paar delicten die zonder al te veel creativiteit gekoppeld kunnen worden aan de lente- en zomerperiode, maar waarvan ik vermoed dat veel niet-juristen het bestaan niet kennen. Nu wordt iedereen geacht de wet te kennen en dus is het geen overbodige luxe om eens de aandacht te vestigen op een paar van deze relatief onbekende strafbepalingen.
Een tuinfeest
In de lente- en zomermaanden is een tuinfeest of een late barbecue geen uitzondering. Dit kan leiden tot irritaties tussen buren. Maar wanneer het al te luidruchtig wordt, kan dat ook een strafbaar feit opleveren. Strafbaar op grond van artikel 431 Wetboek van Strafrecht is namelijk ‘hij die rumoer of burengerucht verwekt waardoor de nachtrust kan worden verstoord.’ Deze strafbepaling strekt ertoe te voorkomen dat de nachtrust door baldadigheid wordt verstoord. Het moet gaan om ongeoorloofd lawaai dat uit baldadigheid wordt veroorzaakt.
Overlast in de nacht
Zo is eens een motorrijder veroordeeld omdat hij ‘s nachts op zijn motor met onnodig veel kabaal door een rustige straat reed. Het type buurt waar het lawaai wordt veroorzaakt, speelt bij dit delict een belangrijke rol. In een uitgaansgebied zal bijvoorbeeld niet zo snel sprake zijn van rumoer of burengerucht dat de nachtrust kan verstoren. Echter bij baldadig geschreeuw in een tuin, in een verdere rustige en slapende buurt, kan dit anders zijn.
Bier voor iedereen
Op een tuinfeest wordt doorgaans alcohol gedronken en dus ook alcohol verstrekt. Een strafbepaling die hierbij om de hoek komt kijken, is artikel 252 Wetboek van Strafrecht. Op grond van die bepaling is strafbaar ‘hij die bedwelmende drank verkoopt of toedient aan iemand die in kennelijke staat van dronkenschap verkeerd’. Ook ‘hij die een kind beneden de leeftijd van zestien jaren dronken maakt’. Een biertje of een glas wijn is een ‘bedwelmende drank’ en onder ‘toedienen’ wordt verstaan het verstrekken tot direct gebruik. Iemand een biertje geven die al duidelijk dronken is, levert dus een strafbaar feit en zelfs een misdrijf op. Evenzogoed is het strafbaar om een kind jonger dan zestien jaar dronken te maken. Zo heeft de rechtbank Limburg in september 2018 de Limburgse jongerenvereniging ’t Waeske veroordeeld voor dit feit. Dit gebeurde nadat een jongen van vijftien jaar onder invloed van alcohol een dodelijk ongeval had gehad. De jongen had deze alcohol kort daarvoor gedronken in ’t Waeske. Dit delict is een misdrijf en hiervoor kan een gevangenisstraf worden opgelegd. Als het de dood tot gevolg heeft, kan zelfs een gevangenisstraf van maximaal negen jaar worden opgelegd.
Op de fiets naar huis
Er is dus alle aanleiding om bewust met alcohol om te gaan. Dat geldt niet alleen tijdens het tuinfeest, maar ook daarna. Dat het strafbaar is om onder invloed van alcohol een auto te besturen is alom bekend. Wat veel mensen echter niet weten, is dat het ook verboden is om onder invloed van alcohol te fietsen. De verbodsbepaling uit artikel 8 van de Wegenverkeerswet verbiedt namelijk het onder invloed besturen van ‘een voertuig’. Een fiets is een voertuig en dus valt het onder invloed besturen van een fiets onder de reikwijdte van deze verbodsbepaling. Het alcoholgehalte in het bloed mag tijdens het fietsen niet hoger zijn dan 0,5 milligram alcohol per milliliter bloed. Is dit wel het geval, dan levert dit een misdrijf op en kan de bestuurder worden bestraft. Daarentegen kan voor rijden onder invloed op de fiets niet het rijbewijs worden ingenomen.
Bloot op de handdoek
Dit waren zomaar drie strafbepalingen. Bepalingen die rondom een tuinfeest tijdens de warme lente- en zomermaanden om de hoek kunnen komen kijken. De hiervoor besproken drie strafbepalingen hangen samen met alcohol. Dan wel met veelal alcoholgerelateerde baldadigheid. Ik sluit af met een overtreding in een geheel andere categorie, te weten: naaktrecreatie.
Naaktrecreatie
Strafbaar op grond van artikel 430a Wetboek van Strafrecht is hij die zich ‘ongekleed bevindt’ op een ‘voor het openbaar verkeer bestemde plaats die voor ongeklede recreatie niet geschikt is’. De strafbepaling strekt ertoe de openbare orde te beschermen tegen onrust en aanstoot die kan ontstaan door naaktrecreatie. Of een plaats voor naaktrecreatie geschikt is, hangt af van de plaatselijke omstandigheden. Waarbij ook het tijdstip van de dag een rol kan spelen. Verder wordt bij deze beoordeling gekeken naar de heersende maatschappelijke opvattingen omtrent naaktrecreatie. Al met al dus niet bepaald een duidelijke norm. Wie meer zekerheid wil, kan kiezen voor een plaats die door de gemeenteraad is aangewezen als geschikt voor naaktrecreatie. Op zo’n plek is naaktrecreatie namelijk hoe dan ook straffeloos.
Tot besluit
Het doel van deze blog was niet om u bang te maken. Wel om de niet-juridische lezer (iets) wijzer te maken. Het merendeel van de hierboven genoemde overtredingen heeft natuurlijk geen prioriteit bij de opsporing en vervolging. Zeker zolang het gedrag een beetje binnen de perken blijft. In onze dagelijkse praktijk als strafrechtadvocaat komen wij de besproken delicten dan ook gelukkig weinig tegen. Ik hoop dat u, ondanks dat u deze blog heeft gelezen, nog steeds een zorgeloze en bovenal plezierige lente- en zomerperiode tegemoet gaat.