Het ‘boerkaverbod’: weinig meer dan symboolwetgeving
2 augustus 2019
Door: Chana Grijsen
Per 1 augustus 2019 is de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding van kracht. In de volksmond is deze nieuwe wet beter bekend als ‘het boerkaverbod’. Al in 2007 werd door de Kamerleden Wilders en Fritsma (PVV) het voorstel gedaan tot het strafbaar stellen van het dragen van boerka’s en niqabs op openbare plaatsen. Er is dus meer dan 10 jaar gediscussieerd over het invoeren van een (gedeeltelijk) boerkaverbod. Dat geeft wel aan hoe omstreden deze nieuwe wet is.
Wat houdt de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding precies in? Waar en wanneer is het dragen van een boerka, niqab of andere gezichtsbedekkende kleding strafbaar? Wordt deze wet ook gehandhaafd en zo ja, wat zijn de consequenties van overtreding? Stuk voor stuk veelgestelde vragen over het boerkaverbod, waarop het antwoord hieronder te vinden is.
Wat is gezichtsbedekkende kleding?
Het woord ‘boerka’ of ‘niqab’ is in de nieuwe wet niet terug te vinden. In plaats daarvan wordt de ruimere term ‘gezichtsbedekkende kleding’ gebruikt. Wat moet daar onder worden verstaan? Voorbeelden die de wetgever noemt van gezichtsbedekkende kleding zijn: gezichtssluiers (waaronder de boerka en niqab), integraalhelmen of maskers. Keppeltjes en andere hoofddeksels bedekken het gezicht niet en vallen dus niet onder deze wet.
Maar ook een sluier voor het gezicht van een bruid op haar huwelijksdag, een muts gecombineerd met een sjaal tot vlak onder de ogen op een hele koude winterdag, of het dragen van een capuchon en een pet tot over de ogen zoals sommige jongeren doen, zijn op grond van de wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding waarschijnlijk verboden. Het gaat namelijk om alle vormen van kleding die het gezicht onherkenbaar maken, helemaal bedekken of alleen de ogen zichtbaar laten. Pas wanneer dit soort grensgevallen voor de rechter komen zal met zekerheid kunnen worden gezegd of die ook binnen de strafbaarstelling vallen.
Waar en wanneer is het dragen verboden?
De Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding roept, zoals de naam al wel doet vermoeden, geen algemeen verbod tot het dragen van een boerka, niqab en andere gezichtsbedekkende kleding in het leven. Het dragen daarvan op straat, in winkels en in uitgaans- of horecagelegenheden is nog altijd toegestaan. Sinds 1 augustus 2019 is het uitsluitend verboden om in het openbaar vervoer en in onderwijs-, overheids- en zorginstellingen gezichtsbedekkende kleding te dragen. Onder andere op scholen (en schoolpleinen), universiteiten, gemeentehuizen, ziekenhuizen en in de bus, trein, tram en metro mogen boerka’s, niqabs en andere gezichtsbedekkende kleding dus niet meer worden gedragen.
Ook hier zijn wel weer wat plaatsen te bedenken, waarvan niet direct duidelijk is of het dragen van gezichtsbedekkende kleding strafbaar is. Met de term ‘onderwijsinstelling’ heeft de wetgever bijvoorbeeld alle instellingen bedoeld die onderwijs verzorgen of examens dan wel staatsexamens afnemen. Geldt het verbod dan ook voor rijscholen en voor het CBR? Dat zou betekenen dat het halen van een rijbewijs voor personen die ervoor kiezen gezichtsbedekkende kleding te dragen geen optie meer is.
Bij wijze van uitzondering is het dragen van gezichtsbedekkende kleding in het openbaar vervoer en onderwijs-, overheids- en zorginstellingen wel toegestaan als:
cliënt, patiënt of bezoeker in residentiële delen van zorginstellingen (bijvoorbeeld iemands kamer in een verzorgingshuis);
dat noodzakelijk is ter bescherming van het lichaam vanwege de gezondheid of veiligheid (bijvoorbeeld een gasmasker);
dat noodzakelijk is voor de uitoefening van een beroep of sport (bijvoorbeeld het masker van een lasser);
dat passend is bij het deelnemen aan feestelijke of culturele activiteiten (bijvoorbeeld een huwelijk, sinterklaas of carnaval).
Wat zijn de consequenties van overtreding van het ‘boerkaverbod’?
Stel dat u vandaag iemand met een boerka, niqab of andere gezichtsbedekkende kleding in de trein zien zitten. Wat kan er dan gebeuren? Tijdens de behandeling van het ‘boerkaverbod’ in de Tweede Kamer is aangegeven dat het de bedoeling is dat een overtreder eerst door de instelling zelf wordt gewezen op het verbod. In de trein is het dus aan een conducteur om een drager van gezichtsbedekkende kleding op het verbod te wijzen. Deze kan dan voor de keuze worden gesteld of de trein te verlaten of de gezichtsbedekkende kleding te verwijderen. Wordt aan beide verzoeken geen gehoor gegeven dan kan de politie worden ingeschakeld.
Het handelen is strijd met het ‘boerkaverbod’ is als overtreding strafbaar gesteld. Dat is de lichtste vorm van een strafbaar feit. Overtreding van het verbod kan worden bestraf met een geldboete van maximaal € 415,- (de eerste en lichtste categorie). Het Openbaar Ministerie heeft al aangekondigd dat volgens hun richtlijnen bij overtreding van het ‘boerkaverbod’ een geldboete van € 150,- zal worden opgelegd. Mogelijk wordt dat bedrag hoger wanneer iemand het verbod bij herhaling overtreedt, maar meer dan € 415,- kan dat in ieder geval niet zijn.
Wie kan het verbod handhaven?
Door Femke Halsema (burgemeester) is al aangegeven dat handhaving van het ‘boerkaverbod’ in Amsterdam geen prioriteit heeft . Ook verschillende ziekenhuizen lieten al weten het verbod niet te zullen handhaven omdat het risico op zorgmijding dan groter wordt (https://www.ad.nl/binnenland/ziekenhuizen-gaan-boerkaverbod-niet-handhaven~ae360dce/). Uiteindelijk is het aan de politie en het Openbaar Ministerie om, na waarschuwing van een instelling waar het verbod geldt, te handhaven. Het valt te betwijfelen of in de praktijk vaak handhavend zal worden opgetreden. Het lijkt veel meer op een stukje symboolwetgeving waar weinig van de betreffende instellingen echt op zitten te wachten.
Mag je als burger nou een boerkadraagster op heterdaad aanhouden op plaatsen waar dat per 1 augustus 2019 is verboden? In een recent artikel van het Algemeen Dagblad (https://www.ad.nl/binnenland/vier-vragen-beantwoord-over-het-boerka-verbod-br~a8b9ed9a/) wordt dat wel gesuggereerd. Hiervoor heeft u al gelezen dat de wetgever wil dat een overtreder van het ‘boerkaverbod’ eerst door iemand van de instelling waar het verbod geldt wordt aangesproken of gewaarschuwd, waarna pas de politie mag worden gebeld. Hoewel normaal gesproken iedere burger die een strafbaar feit (óók een overtreding) op heterdaad constateert, bevoegd is zelf aan te houden (art. 53 Wetboek van Strafvordering), lijkt bij het ‘boerkaverbod’ toch echt in strijd met de bedoeling van de wetgever. Daar is ook zeker wat voor te zeggen.
Omdat niet steeds duidelijk is wat onder gezichtsbedekkende kleding moet worden verstaan, het dragen daarvan maar op een beperkt aantal plaatsen is verboden en daarvoor ook nog uitzonderingen gelden, is het niet eenvoudig te constateren wanneer het verbod daadwerkelijk wordt overtreden. Het is het beste om die beoordeling aan professionals over te laten en als burger niet het risico te lopen dat achteraf toch niet had mogen worden aangehouden. Vrijheidsbeperkende maatregelen die in afwachting van de komst van de politie door een burger zijn getroffen kunnen dan namelijk strafbaar zijn.
Een burger die besluit zelf tot aanhouding over te gaan mag daarbij verder nooit verder gaan dan nodig en noodzakelijk is. Bij een licht strafbaar feit als het boerkaverbod is daarbij maar weinig geoorloofd. Brand je handen daar liever niet aan, is ons advies!