Goed opletten bij een echtscheiding met internationale aspecten!
18 februari 2022
Door: Titus Bouman
Een echtscheiding kan zo nu en dan ingewikkelder zijn dan je denkt. Zeker indien een echtscheiding internationale aspecten omvat, dient er goed opgelet te worden. Is de Nederlandse rechter überhaupt wel bevoegd om een beslissing te nemen over de verzochte echtscheiding en aanverwante verzoeken betreffende de kinderen (gezag, hoofdverblijfplaats, omgang), de alimentatie en de verdeling van de huwelijksgemeenschap. Indien de rechter zich bevoegd acht een beslissing te nemen, is de volgende vraag welk recht van toepassing is op de verzoeken, Nederlands recht of buitenlands recht.
Het internationaal privaatrecht (IPR) bepaalt in een internationale juridische procedure:
- welke rechter bevoegd is in een internationale rechtszaak;
- welk recht van welk land van toepassing is; en
- hoe andere landen een juridische uitspraak zullen erkennen en uitvoeren.
Recentelijk heeft de rechtbank Den Haag (ECLI:NL:RBDHA:2021:13892) zich uitgelaten over een interessante zaak met verschillende IPR-aspecten. Ik beperk mij bij de bespreking van deze uitspraak tot de vraag naar het toepasselijke recht in het kader van het verzoek tot verdeling van de huwelijksgemeenschap.
Huwelijk met verschillende nationaliteiten
Partijen zijn in 1996 gehuwd in Tunesië. De man heeft zowel de Nederlandse nationaliteit als de Tunesische nationaliteit. De vrouw heeft alleen de Tunesische nationaliteit. De rechtbank acht zich bevoegd om over het verzoek tot verdeling van de huwelijksgemeenschap een beslissing te nemen.
Allereerst gaat de rechtbank er vanuit dat er geen sprake is van door partijen opgestelde huwelijkse voorwaarden. Verder is niet gebleken dat partijen vóór het huwelijk het op hun huwelijksvermogensregime toepasselijke recht hebben aangewezen. Krachtens artikel 4, tweede lid, onder 3 van het Haags Huwelijksvermogensverdrag 1978 wordt het huwelijksvermogensregime beheerst door het Tunesische recht, als het recht van de gemeenschappelijke nationaliteit van partijen, nu zij hun eerste gewone verblijfplaats na het huwelijk niet op het grondgebied van dezelfde staat vestigden.
Niet gehele, dan wel beperkte gemeenschap van goederen
Partijen zijn in 1996 gehuwd en in 1998 is de wet in Tunesië gewijzigd. Met ingang van deze wetswijziging is een al dan niet gehele, dan wel beperkte gemeenschap van goederen, ingevoerd. Uit de wetswijziging is evenwel niet af te leiden of daarvoor slechts uitsluitend huwelijkse voorwaarden bestonden. Hoewel uit diverse stukken naar voren lijkt te komen dat sprake is van gescheiden vermogens, is niet bekend of en in hoeverre de gescheiden vermogens zijn vastgelegd.
Bergmann Ferid Henrich 2021
De rechtbank heeft ambtshalve de Bergmann Ferid Henrich 2021 (een gezaghebbende bron voor onderzoek naar buitenlands recht) geraadpleegd. De rechtbank leidt daaruit af dat er naar Tunesisch recht tijdens het huwelijk in principe sprake is van een algehele scheiding van goederen. Sinds 1998 voorziet het Tunesische recht óók in een kiesstelsel van de gemeenschap van goederen. Derhalve gaat de rechtbank er vanuit dat er vóór 1998 alleen sprake was van een scheiding van goederen.
De rechtbank ziet gelet daarop voldoende aanknopingspunten om te kunnen vaststellen dat naar Tunesisch recht sprake is van een algehele scheiding van goederen. De vrouw had verzocht (Nederlands en Tunesisch) onroerend goed, inboedel en bankrekeningen te verdelen. Nu de rechtbank echter vaststelt dat er sprake is van een algehele scheiding van goederen, dient het verzoek van de vrouw strekkende tot verdeling te worden afgewezen.
Mijn advies is dan ook om je goed te laten voorlichten bij grensoverschrijdende situaties, zodat je goed beslagen ten ijs komt, voordat een procedure wordt opgestart. Wil je deskundig advies, neem dan gerust contact met mij of één van mijn collega’s op.