Besluit IND ingetrokken
2 februari 2022
De Nederlandse staat heeft geschikt in de procedure van een client van mr. Thelosen na daartoe te zijn uitgenodigd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Dit naar aanleiding van een klacht die mr. Thelosen namens zijn cliënt had ingediend bij het Europees Hof tegen een besluit van de IND waarbij de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd van de man was ingetrokken.
30 jaar in Nederland
De man is oorspronkelijk afkomstig uit Somalië, maar vrijwel zijn hele leven woont hij al in Nederland. Als baby van enkele maanden was hij door zijn moeder naar Nederland gebracht en in de ruim dertig jaar nadien is hij nooit meer teruggekeerd.
Verblijfsvergunning ingetrokken
De verblijfsvergunning van de man werd ingetrokken omdat hij volgens de IND een gevaar vormt voor de openbare orde. Hij heeft een strafblad en hij was in het verleden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden onvoorwaardelijk vanwege een misdrijf dat hij had gepleegd toen hij 18 jaar oud was. Op dat moment vond de IND dat nog geen aanleiding om zijn verblijfsvergunning in te trekken, maar later werd daartoe alsnog besloten na meerdere andere veroordelingen, allen voor lichtere vergrijpen waartegen enkel boetes en korte gevangenisstraffen waren opgelegd.
Niet legaal in Nederland
De man heeft te kampen met serieuze psychische klachten. Ook staat het vast dat hij niet naar Somalië kan worden uitgezet omdat hij daar persoonlijk een reëel risico loopt om onmenselijk te worden behandeld. De staat was dus niet van plan om hem daadwerkelijk uit te zetten, maar zonder verblijfsvergunning kon hij niet meer legaal in Nederland wonen, kon hij hier dus ook niet werken, studeren of een uitkering krijgen en bovendien verloor hij zijn recht op medische en ook psychische behandeling. De behandeling werd ook daadwerkelijk stopgezet nadat de intrekking van zijn verblijfsvergunning in werking trad.
Artikel 8 van het EVRM
In Nederland was de man uitgeprocedeerd. De vreemdelingenrechter van rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, had het beroep bij uitspraak van 23 september 2020 ongegrond verklaard. Dit werd later op 18 januari 2021 in hoger beroep bevestigd door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Daarna diende mr. Thelosen de klacht in bij het EHRM, wegens schending van artikel 8 van het EVRM, het recht op de eerbiediging van het privé- en familieleven.
Besluit IND ingetrokken
Het EHRM legde naar aanleiding van de klacht voor aan de Nederlandse staat of het mogelijk was om tot een minnelijke schikking te komen. Enkele maanden later stemde de staat daarmee in, en werd besloten om het besluit van de IND weer in te trekken. De verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd werd teruggegeven en het opgelegde inreisverbod geannuleerd.
“Gedoogd” illegaal verblijf
Nederland wordt niet vaak veroordeeld voor het EHRM maar dit voorbeeld geeft aan dat een klacht desalniettemin zinvol kan zijn. Ook achter de scherm kan een dergelijke klacht tot een resultaat leiden. Wellicht om negatieve aandacht te voorkomen kan de Nederlandse staat worden uitgelokt om dergelijke schikkingen te treffen, of mogelijk simpelweg omdat later alsnog wordt ingezien dat bepaalde besluiten niet door de beugel kunnen, ondanks dat de IND en de bestuursrechter nog vonden van wel. Gelukkig voor deze cliënt is deze procedure zo alsnog tot een goed einde gebracht, want de situatie waarin hij door de IND was gemanoeuvreerd, die van een “gedoogd” illegaal verblijf in Nederland, was voor hem onmogelijk. Met de verblijfsvergunning weer in zijn bezit heeft hij de mogelijkheid om de behandeling voort te zetten en om de hulp te krijgen die hij nodig heeft, iets wat hij als illegaal verblijvende vreemdeling niet had gekund.